In 1966 heerstte grote onrust in onze stad van Vrede en Recht. De rechters van het Internationaal Gerechtshof waren boos over hun onderkomen. Protest over een vredespaleis was niet nieuw, ook eerdere bouwplannen hadden voor beroering gezorgd. 

18-4-1946, opening van het Internationale Hof van Justitie in het Vredespaleis. Vooraan zitten Prinses Juliana en Prins Bernhard, links achter de microfoon minister Spaak (België) | Fotograaf: Anefo

“Den Haag is echt een beetje geschrokken” meldde de Nieuwe Haagse Courant in 1966 ergens onderaan een pagina. De kop maakt meer dan een beetje nieuwsgierig en er blijkt inderdaad wat aan de hand te zijn.

Haags protest over Vredespaleis

In de stad van recht en vrede waren de rechters van het Internationaal Gerechtshof al een tijd boos en zij dreigden zelfs de stad te verlaten. Den Haag had ze daarom ruimte voor nieuwbouw aangeboden in de Scheveningse Bosjes. Dat was uitgelekt en nu waren niet alleen de rechters boos.

Niewe bouwplannen 

Een Haags protest over een vredespaleis was niet nieuw. Ook de bouwplannen van het Vredespaleis hadden voor onrust gezorgd. Tijdens de eerste internationale vredesconferentie van 1899 had men een plezierige tijd gehad in het Huis ten Bosch.

Malieveld of Koekamp

Tussen de vergaderingen door wandelden delegatieleden met veel plezier in het Haagse Bos en toen er een plek moest worden gevonden voor het Permanent Hof van Arbitrage wisten ze meteen waar die moest komen: op het Malieveld of in de Koekamp.

Redding dankzij Acte van Redemptie

Dat stuitte op heftig verzet, want het Haagse Bos was populair bij alle lagen van de bevolking. Uit de historisch onderlegde laag kwam de oplossing. Daar wist men dat er in 1576 een Acte van Redemptie was uitgevaardigd. In iets andere bewoordingen had Willem van Oranje toen bepaald dat er in het gebruik van het Haagse Bos niets meer mocht veranderen. Dat betekende dat er niet gebouwd mocht worden.

Niet ten koste van alles bereid tot vrede

De moeizame zoektocht naar een ander stuk grond en de totstandkoming van het gebouw maakte duidelijk dat de Hagenaar niet ten koste van alles bereid is tot vrede. De rechtszaken over het gebouw liepen nog jaren door na de opening van het Vredespaleis in een hoekje van landgoed Zorgvliet. Daarna kon Den Haag in alle rust een echte ‘internationale stad’ worden.

Ontevreden rechters

In 1946 kwam hier het Internationaal Gerechtshof, het enige VN-orgaan dat zijn zetel niet heeft in New York. De foto laat de openingszitting zien. Maar in 1966 bleek dat de rechters het niet naar hun zin hadden.

Voorstel tot wijziging statuut

Onder andere door het Vredespaleis. Dat was te klein, er liepen te veel toeristen rond en ze waren slechts huurder. De gemeente was toeschietelijk geweest en had voor nieuwbouw een terrein in de Scheveningse Bosjes aangeboden. Met het verzoek om dit stil te houden. Het was niet voldoende en in 1969 stelde secretaris-generaal Oe Thant voor om het statuut van het Hof te wijzigen zodat het Hof zich ook elders kon vestigen.

Nieuw gebouw

Er kwam echter nog geen besluit en op 28 september 1970 schreef de Haagsche Courant dat de secretaris-generaal van mening was veranderd. Het Hof moest in Den Haag blijven en zou een nieuw gebouw krijgen. Volgens de krant ging het waarschijnlijk om een locatie in de Scheveningse Bosjes, bij de Kerkhoflaan.

Uitgelekt plan leidt tot oproer

En toen barstte de bom. Het geheime plan was uitgelekt en Den Haag kwam in actie. Bij een protestmanifestatie in het Circustheater deed ook projectontwikkelaar Reinder Zwolsman mee aan de kant van het verzet. In het verleden had hij menig brandje gesticht, maar nu zong hij alleen een aria uit de Zauberflöte. Dat hij tegen was moet indruk hebben gemaakt, want wie had er meer verstand van controversiële bouwprojecten?

Adequate optreden en een compromis

Vervolgens werd het stil. De gemeente knapte in 1971 de verwilderde plantsoenen rond het Vredespaleis op tot “een prachtig stuk landschapsarchitectuur”. Ook kregen de rechters in Nederland een hogere diplomatieke status.

Dat adequate optreden werd in 1972 gevolgd door een compromis. De rechters moesten in Den Haag blijven maar er kwam een mogelijkheid om ook ergens anders zitting te houden. Nieuwbouw kwam enkele jaren later gereed op het terrein van het Vredespaleis.