Schaatswedstrijden bij Huis ten Bosch
Er waren geen Olympische Winterspelen in januari 1933, die hadden in het voorgaande jaar in het Amerikaanse Lake Placid plaatsgevonden, maar schaatswedstrijden waren er in die koude wintermaand volop. Vanaf midden januari vroor het stevig in Nederland. In De Bilt werden temperaturen tot min twaalf graden Celsius gemeten.
Schaatswedstrijden voor militairen op de banen van het Huis ten Bosch, 1933, maker C.G. Leeflang
Bittere kou
Op de Zuid-Hollandse wateren voeren ijsbrekers om de Nieuwe Maas, de Noord, de Dordtsche Kil en de Lek bevaarbaar te houden. Op de Lek wisten ze tien schepen uit het ijs te bevrijden. Slechts enkele Rijnschepen konden Rotterdam bereiken. Een aantal Waddeneilanden kwam door het ijs geïsoleerd te liggen en bij Scheveningen had zich langs de vloedlijn een ijswal van ongeveer een halve meter hoog gevormd. Kortom, het was bitterkoud in Nederland.
Warme maaltijden voor 5 cent
Voor een bedrag van vijf cent verstrekte de gemeente in de gebouwen van een vijftiental Haagse scholen warme maaltijden. Het Leger des Heils stond in de stad klaar met kannen koffie. De gehele vorstperiode tot eind januari 1933 schonken heilssoldaten koffie, zodat niemand hoefde te verkleumen.
Schaatspret
Het was niet alleen kommer en kwel in deze barre wintermaand. Overal op de bevroren plassen en meren waren schaatsliefhebbers te zien. Ook koningin Wilhelmina en prinses Juliana vertoonden zich graag op het ijs. Op 27 januari schaatste de prinses van Den Haag naar Maassluis. Daar stond een auto klaar om haar terug te brengen naar de hofstad. De koningin was een schaatsliefhebster. In deze koude winterweken zagen schaatsers en wandelaars haar regelmatig ‘schoonrijden’ op de bevroren wateren bij Huis ten Bosch. Dat was een typisch Nederlandse vorm van schaatsenrijden, vaak zwieren genoemd.
In het laatste weekend van januari was het in Den Haag een drukte van belang op de banen van de Haagsche IJsclub aan de Bezuidenhoutseweg en op die van de Nieuwe 's-Gravenhaagsche IJsvereeniging aan de Sportlaan. Op de nieuwe ijsbanen in het westen van Den Haag hadden op zaterdag 28 januari zeker vijfduizend sportievelingen de ijzers ondergebonden. Ook de oefenbaan was vol. Daar schaatsten de beginnelingen, jongeren die de eerste schaatspogingen waagden en ouderen die steun zochten bij hun stoeltjes. In het Zuiderpark waren de grote vijvers in prachtige banen herschapen, wat zorgde voor een drukte van jewelste. Overal langs de kant waren toeschouwers te zien. De zondagse wandeling was dit weekend bestemd voor een uitje naar de banen, om naar het ijsvermaak te kunnen kijken.
Schaatsbanen voor het Nederlandse leger
Op de vijver bij Huis ten Bosch lagen de schaatsbanen van het koninklijk huis die voor gewone burgers niet toegankelijk waren. Voor het Nederlandse leger maakt koningin Wilhelmina een uitzondering. De vorstin had de banen aan het Nederlandse leger ter beschikking gesteld voor de organisatie van schaatswedstrijden. Een groot aantal militairen had zich voor deelname aan de wedstrijden op 29 januari ingeschreven: 10 officieren, 33 onderofficieren en 280 korporaals en manschappen voor de wedstrijden in het hardrijden op de schaats en 9 officieren en 12 onderofficieren voor die in het schoonrijden. De deelnemers aan het laatste onderdeel droegen speciale korte rondgeslepen ‘zwierschaatsen’. De jury beoordeelde de fraaie bogen die de schoonrijders op het ijs maakten.
Prijsuitreiking in het paleis
Het eerste startsignaal voor de hardrijdwedstrijden klonk om half tien ’s ochtends. De lengte van de baan voor het hardrijden was driehonderd meter. Muziek van het regiment huzaren verhoogde de schaatspret. Blij verrast waren de deelnemers bij het zien van koningin-moeder Emma – dik ingepakt in het bont – die in de loop van de ochtend met haar hofdame en haar particulier secretaris een bezoek aan de wedstrijdbanen bracht.
In paleis Huis ten Bosch vond na afloop de prijsuitreiking plaats. Voor de winnaars had de koninklijke familie vele prijzen, zoals zilveren kelken, bekers en armbandhorloges, ter beschikking gesteld. De snelste tijd reed grenadier E. Oosting, die in 34 seconden de driehonderd meter aflegde. De onderofficieren Rijbering en Niemeier wonnen met 161 punten de wedstrijd schoonrijden.
Voor militairen die zich niet voor de wedstrijden hadden ingeschreven was 29 januari 1933 eveneens een dag vol ijspret. Tot de late namiddag mochten ook zij op deze zondag van de vijvers bij Huis ten Bosch gebruik maken.
Dit artikel is onderdeel van een reeks artikelen gepubliceerd in Den Haag Centraal, geschreven door (oud) medewerkers van het Haags Gemeentearchief.
Auteur: Corien Glaudemans