Van metaal naar suikerwerk
De suikerwerkenfabriek, die op deze foto uit 1974 te zien is, stond op de hoek van de Schapenlaan en de Zoutkeetsingel . Het pand werd in 1896 gebouwd voor de firma Spoor en Wijnvoord naar ontwerp van architect J.W. Bosboom. Deze onderneming produceerde stoom- en andere werktuigen. Op 23 oktober 1896 vond de opening van het pand plaats. Schapenlaan, hoek Zoutkeetsingel, gezien van de Lijnbaan, 1974, maker P.G. Kempff
NV Haagsche Machinefabriek
De boogvormige vensters waren in staal uitgevoerd en afkomstig van de beroemde ijzergieterij Enthoven, die in 1905 Den Haag had verlaten.
Opmerkelijk is dat korte tijd later juist in dit pand aan de Schapenlaan opnieuw een Haagse ijzergieterij zich vestigde, namelijk de NV Haagsche Machinefabriek, Metaal- en IJzergieterij. Dit bedrijf was helaas geen lang leven beschoren. Op 9 oktober 1908 was de machinefabriek gedwongen surseance van betaling aan te vragen. Een voorlopig uitstel van betaling werd negen dagen later verleend. De onderneming redde het niet. De speciaal aangestelde ‘deskundige’ en de bewindvoerder concludeerden enige maanden later dat een faillissement onvermijdelijk was. Op 23 januari 1909 schreven zij: “Met dit cijfer voor oogen (een tekort van ƒ241919.82½) kan tot ons leedwezen onze conclusie geen andere wezen, dan dat er geen aanleiding bestaat tot het verleenen van eene definitieve surseance van betaling en waar ons bekend is dat, alle pogingen tot reconstructie Schipbreuk hebben geleden zal naar onze meening faillissement onvermijdelijk zijn.”
In de krant Het Nieuws van den Dag van 29 januari 1909 stond de mededeling die het definitieve einde van de machinefabriek aankondigde: “is aan de naamloze vennootschap ’s Gravenhaagsche Machinefabriek, metaal- en ijzergieterij, voorheen Spoor, Wijnvoord en Co., te ’s Gravenhage, in liquidatie, verleende voorloopige surceance van betaling ingetrokken.”
In de weken daarna werd de machinefabriek met alle bijgebouwen, machines en gereedschappen bij het Venduehuis van de Vereniging van Haagse notarissen geveild. Een nieuwe machinefabriek kwam in het pand. Metaalindustrie Zoppi verbleef hier tientallen jaren. Zoete geuren omringden het gebouw pas na de Tweede Wereldoorlog.
De beroemde snoepketting
Wie af en toe een tocht met de Ooievaart door de Haagse grachten maakt weet dat wanneer de boot het water van de Zoutkeetsingel - voorheen Zuid-West-Buitensingel - nadert een snoeptrommel wordt opengetrokken. Direct verspreidt zich een zoete geur over de boot en tot groot plezier van de meevarende kinderen mogen zij uit het blik een snoepketting pakken. Deze zoetigheden worden niet voor niets uitgedeeld, maar vestigen de aandacht op de voormalige suikerwerkfabriek die in het verleden op de hoek van de Zoutkeetsingel en de Schapenlaan stond, waar onder andere snoepkettinkjes werden gemaakt. Vanaf het najaar van 1955 huurde suikerwerkfirma Peco, of zoals deze fabriek in de volksmond werd genoemd, Peco’s snoepfabriek, het fabriekscomplex. In dit pand maakten de werknemers genotmiddelen als suikerwerken.
Zoete lucht van suiker
Eind jaren zeventig gingen er stemmen op om de suikerfabriek te verplaatsen, omdat een dergelijke grootschalige bebouwing niet in de omgeving van de Schapenlaan paste. Dit bleek evenwel financieel niet haalbaar, bovendien was er geen passende vervangende ruimte te vinden. Daarom besloot de gemeenteraad in 1987 de fabriek te handhaven binnen het stadvernieuwingsplan Schilderswijk-West. Ook gedeputeerde staten ging er in dat jaar mee akkoord. Op 1 januari 1987 nam de Van Melle Holding BV te Breda de firma over. Volgens het huurcontract mochten in de fabriek geen producten worden vervaardigd die te maken hadden “met het bewaren of verwerken van lompen, beenderen of andere stank verspreidende en/of aan bederving onderhevige stoffen”. De zoete lucht van het vervaardigen van suikerwerken werd dus wel getolereerd. De suikerfabriek bleef een zelfstandig opererende suikerproducent waarvan het grootste deel van de productie middels werkmaatschappijen werd geëxporteerd, naar Nederlands-Indië , Zuid-Afrika, Zanzibar, Algerije, Tunesië, Marokko, Griekenland en Klein-Azië. De 'suikerballetjes' van Van Melle waren immens populair, en om aan de grote vraag te voldoen moest er machinaal snoep worden geproduceerd en dat gebeurde nog steeds in de fabriek aan de Schapenlaan.
Gemeentelijk monument
Inmiddels is de fabriek zelf verdwenen, maar het pand is op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst, omdat het een kenmerkend voorbeeld voor de fabrieksarchitectuur uit de negentiende eeuw is. Het Neo-Renaissancedeel van de fabriek is intact gebleven. Het is bovendien een van de weinige overgebleven fabrieksgebouwen uit de periode waarin Den Haag een belangrijke industriële nijverheid kende.
Dit artikel is onderdeel van een reeks artikelen gepubliceerd in Den Haag Centraal, geschreven door (oud) medewerkers van het Haags Gemeentearchief.
Auteur: Nicolette Faber-Wittenberg