Het zal u misschien verbazen maar er zijn in de stad maar liefst vijftien vogeltuinen, of vogelrustgebieden zoals de Haagse Vogelbescherming deze tuinen noemt. De eerste vogeltuin in de stad kwam tot stand op initiatief van dr. A. Schierbeek (1887-1974) in de Bosjes van Poot. 

Theetuin Bosjes van Poot, 1914. Maker C.J. de GildeTheetuin Bosjes van Poot, 1914. Maker C.J. de Gilde

Bioloog en leraar

Schierbeek was een bevlogen bioloog en leraar aan de vijfjarige HBS in Den Haag, die zich met hart en ziel inzette voor het ontwikkelen en onderhouden van natuurgebieden in en rond de stad. Hij was bijvoorbeeld een van de initiatiefnemers voor het behoud van het natuurgebied Meijendel, toener plannen waren het duingebied te misbruiken voor de bouw van villa’s. In samenwerking met de Leidse Universiteit toonde hij het belang van dit natuurterrein aan door het gebied te onderzoeken en de planten en dieren in het gebied te beschrijven. 

Natuur met educatief doel

Schierbeek was bevriend met Jac. P. Thijsse, de auteur van de beroemde natuur- en landschap albums van Verkade.  Deze twee biologen en natuurbeschermers vonden het belangrijk dat de natuur dichter bij de mensen in de stad kwam door parken en natuurgebieden open te stellen voor publiek. Maar niet zo maar, het educatieve element moest ook aan bod komen. Vogeltuinen pasten precies in deze filosofie. De mensen mochten komen kijken maar wel op gepaste afstand en onder deskundige begeleiding. 

Vogels in natuurlijke omgeving

Op een terrein in het Bloemendaalse Bos in Noord-Holland probeerde Thijsse een ‘instructief plantsoen’, een heemtuin, te maken met planten uit de duinen in Kennemerland. Vogels kwamen spontaan naar dit gebied. Belangrijk vond Thijsse dat het begrip voor de natuur zou toenemen.

Schierbeek bedacht een vogeltuin in Den Haag om mensen de mogelijkheid te geven vogels in hun natuurlijke omgeving te bekijken en blijkbaar beschikte hij over de juiste argumenten om het gemeentebestuur te overtuigen van het belang daarvan. 

Scholieren aan het werk

In 1926 gaf het college van Burgemeester en Wethouders aan de in dat jaar opgerichte Algemene Vereniging voor Natuurbescherming voor 's-Gravenhage en Omstreken een voormalige kwekerij van de plantsoenendienst aan de Laan van Poot in gebruik. Als bonus kreeg de nieuwe vereniging nog eens 500 gulden om de tuin in te richten. Om de kosten zo laag mogelijk te houden werden scholieren ingezet om het terrein om te spitten en te helpen met de beplanting. 

Nieuwe ruïne voor de vogels

Een aannemer uit de binnenstad was vervolgens zo vriendelijk tegen een minimale kostenvergoeding een ruïneachtig bouwsel van ruim vijf meter hoog op het terrein te plaatsen waar vogels hun nest in kunnen bouwen. In een boekje dat ter gelegenheid van het 12,5-jarig jubileum is uitgegeven wordt uitgebreid ingegaan op de beplanting en de vogelsoorten die in de tuin leefden.  Huis- en ringmussen, ransuilen, houtduiven, zwaluwen, nachtegalen, kauwtjes, een wielewaal en vele andere vogels bezochten de vogeltuin. 

Oudste vogeltuin ter wereld

Aan de Laan van Poot ter hoogte van de Nachtegaallaan en Boomkruiperlaan ligt nog steeds de vogeltuin, inclusief de ruïne.  Sinds 1947 is de tuin in beheer bij de Haagse Vogelbescherming. Eenmaal per jaar is het mogelijk om onder begeleiding de tuin, die inmiddels naar dr. A. Schierbeek is vernoemd, te bezoeken. De vogeltuin is de oudste ter wereld.


Dit artikel is onderdeel van een reeks artikelen gepubliceerd in Den Haag Centraal, geschreven door (oud) medewerkers van het Haags Gemeentearchief.

Auteur: Hans Zwaanswijk