Transformatie van het straatbeeld
We kunnen het ons nu nauwelijks voorstellen dat er destijds protesten waren, want wij koesteren de ouderwetse ronde, peperbus-vormige reclamezuilen in de stad en zien ze als een verlevendiging van het straatbeeld. Sterker nog, het exemplaar dat op het Lange Voorhout staat, ongeveer ter hoogte van café de Posthoorn, bezit de status van gemeentelijk beschermd monument en is gelegen in het rijks beschermd stadsgezicht Den Haag centrum. Toen de eerste transformatorzuilen in het straatbeeld verschenen dacht men daar heel anders over.
Ontsiering van het straatbeeld
In 1906 werd het elektriciteitsbedrijf een gemeentelijk bedrijf. Voordien was de elektriciteitsleverantie in de stad, net als tegenwoordig, in particuliere handen. Vanaf datzelfde jaar verschenen de transformatorzuilen in het stadsbeeld. Functioneel straatmeubilair waar de hoogspanningselektriciteit van de centrale omgezet werd naar lage spanning, geschikt voor particuliere huishoudens. Al snel zag men in dat de peperbussen, zoals ze in de volksmond werden genoemd, ideaal waren om aankondigingen op te plakken. Voila, de reclamezuil was een feit. In het begin zeker niet zonder slag of stoot. Diverse ambtenaren en bewoners van de betere buurten van de stad hebben zich flink beklaagd over deze “ontsieringen van het straatbeeld”. Het mocht niet baten. De reclame op peperbussen bracht aardig wat geld in het gemeentelijke laatje. Het ‘uitsluitend recht tot aanplakken’ werd per vierkante meter, steeds voor een periode van vijf jaar verpacht. Een paar transformatorzuilen waren zelfs speciaal bestemd voor gemeentelijke en gerechtelijke aankondigingen.
Einde van de transformatorzuil, of toch niet?
Alles went, ook ontsiering van het straatbeeld. In de jaren ‘50 wordt begonnen met de ombouw van het distributiespanningsnet van 3000 naar 10.000 Volt. De apparatuur die nodig is voor de 10 kV netten past niet in de transformatorzuilen en ze worden één voor één buiten gebruik gesteld. De laatste, die bij de Van Ostadewoningen in de Schilderswijk, onderging in 1981 dat lot.
Toch worden er wel zuilen in het straatbeeld bijgeplaatst. Ronde betonnen reclamepalen in de vorm van transformatorzuilen verrijken het straatbeeld sinds de jaren vijftig.
Reclame geeft het tijdsbeeld
Het is opvallend dat er biljetten met reclame voor rookwaren op de zuil te zien zijn. Toen nog zonder waarschuwingsbalk over de schadelijke gevolgen van het roken. Daar hield men zich nog niet mee bezig in 1950. Ook zien we de bioscoopagenda. “The FBI Story”, met in de hoofdrollen Vera Mann en James Stuart draaide in Odeon die week. In het Rembrandt-theater, destijds gevestigd aan het Lorentzplein draaide de Nederlandse film “Te jong voor de liefde” en in de Passage kon men de film “Ferry to Hong Kong” gaan zien. De zuil is van beton en heeft niets met energievoorziening van doen. Toch heeft hij, zoals het een reclamebord betaamt, veel te vertellen.
Dit artikel is onderdeel van een reeks artikelen gepubliceerd in Den Haag Centraal, geschreven door (oud) medewerkers van het Haags Gemeentearchief.
Auteur: Wendy Louw