Sprookjes rond de hofvijver
De Hofvijver is een fascinerende plek in de Haagse geschiedenis. Denk aan de graven, jonkvrouwen en staatslieden die er aan woonden of aan de vrolijke en minder vrolijke gebeurtenissen er omheen.
Laat die vijver maar leeglopen
Al vanaf haar ontstaan was de Hofvijver het middelpunt van activiteiten. Er waren steekspelen op de Kneuterdijk, er werd geschoten op de schietbaan achter de Korte Vijverberg en er waren waterspelen op de vijver zelf. Voor zover er vuur of vuurwerk werd gebruikt was de vijver een veilige plaats, want er waren geen dicht opeen gebouwde houten huizen in de directe omgeving. Met de Hofvijver leek Den Haag wel gebouwd om te feesten en Albrecht van Beieren was daarvoor de ideale graaf. Hij hield van feesten en organiseerde steekspelen met bootjes op de vijver. Hij was ook galant, want toen in 1394 een hofdame een sierraad in de vijver verloor, liet hij die leeglopen. Volgens de Haagsche Courant had men in 1951 daarvoor genoeg aan een schepnet. Dat was goedkoper, maar de middeleeuwse oplossing was leuker.
Engelse graaf van Leicester
Niet elk feest was echt een feest. In 1586 werd de Engelse graaf van Leicester met groot vuurwerk op de Hofvijver binnengehaald toen hij ons land kwam besturen. In de Hofvijver stond een torentje met ballen waaruit vuurwerk spoot en op de Plaats stonden een vuurspuwende draak en een kegel met ooievaar. De graaf wilde Engeland een grotere rol op het vasteland laten spelen, maar werd door Johan van Oldenbarnevelt en anderen zo goed tegengewerkt, dat hij na twee jaar weer moest vertrekken. Achter zijn vertrek zat een chronische tweestrijd tweestrijd tussen het rijke Holland en de minder rijke andere provincies van ons land. Dit bleek zelfs bij andere vuurwerken op de Hofvijver. Zowel ons landsbestuur als het bestuur van Holland gaven dan ieder hun eigen vuurwerk.
De Hofvijver en het hofgebied daar omheen waren eigendom van de graaf en later van de staat. Dat bleef zo totdat gemeente en staat een conflict kregen over het gebruik van de vijver. Den Haag wilde een weg door de binnenstad die om de Gevangenpoort heen en deels door de Hofvijver liep. Omdat het rijk niet meewerkte claimde Den Haag het eigendomsrecht van de vijver en kreeg in 1916 bij het gerechtshof en later bij de Hoge Raad gelijk. De Hofvijver was van de gemeente en over de Vijverdam werd de weg aangelegd. Deze weg die de Hofweg met de Kneuterdijk verbond was een van de weinige gelukte aanslagen. Latere plannen voor een parkeergarage onder de vijver vonden geen doorgang en plannen voor rigoureuze sloop van de omgeving kwamen in 1947 niet verder dan de tekentafel.
Rond de hofvijver
Niet alle geschiedenis van rond de Hofvijver is gebaseerd op degelijk literatuur- of archiefonderzoek. Het in 1970 gepubliceerde boek ‘Rond de Hofvijver’ is boeiend geschreven, maar soms te mooi om waar te zijn. Omdat auteur Jacques Sinninghe zijn bronnen niet vermeldt weten we niet waar hij ontdekte dat een duinmeer de voorloper van de Hofvijver zou zijn. In archieven en literatuur is daar niets van over te vinden en er zijn eerder aanwijzingen voor het tegendeel. Er kan natuurlijk een duinmeer zijn geweest, maar evengoed een Karolingische nederzetting, of een grafelijke herberg op de weg naar Leiden. De grafelijke herberg wordt genoemd in archieven, als middeleeuwse aanduiding van de grafelijke hofhouding. De nederzetting is een oude hypothese. Het duinmeer werd meteen als “feit” opgenomen in boekjes over Den Haag en in Wikipedia. Met soms een toevoeging naar eigen inzicht werd het verhaal van de Hofvijver mooier en mooier, als Sprookjes rond de Hofvijver.
Dit artikel is onderdeel van een reeks artikelen gepubliceerd in Den Haag Centraal, geschreven door (oud) medewerkers van het Haags Gemeentearchief.
Auteur: Jan van Wandelen