Ingespannen kijken de mensen op de foto wat er boven hen gaat gebeuren. De heren en dames vooraan op het terras waren er voor uitgenodigd. Het Kurhausterras was gereserveerd en de pers was niet vergeten. In de kranten was het aangekondigd, zodat ook het publiek opgepakt stond op de boulevard en het Wandelhoofd. Want de zomers vóór 1930 waren slecht geweest.

 Regenproeven van de heer Veraart op het Kurhausterras te Scheveningen: met burgemeester Patijn, wethouders v.d. Meulen en Quant. Foto: 1930, maker onbekendRegenproeven van de heer Veraart op het Kurhausterras te Scheveningen.
Met burgemeester Patijn, wethouders v.d. Meulen en Quant. Foto: 1930, maker onbekend

Laat de wolken regenen

Er was te veel regen gevallen en de zon had te weinig geschenen. Een zekere August Veraart had bedacht wat je daaraan kon doen. Je moest ‘s nachts een paar wolken laten regenen. Die losten dan op en vervolgens had je overdag meer zon. Met dat idee, wat meer uitgewerkt, klopte Veraart aan bij het Rijk. Daar zag men de kans van slagen, zeg maar zonnig in. Veraart kon aan de slag en huurde vliegtuigen, mensen en ijs.

Op 7 augustus 1930 zou het gebeuren. Dan zou men een wolk leeg laten regenen zodat die zou oplossen. In een laatste interview voor de proef had August Veraart de verwachtingen wijselijk weer wat getemperd. De omstandigheden waren niet zo gunstig. Om een wolk voldoende met ijs te bestoken moesten vliegtuigen dicht bij elkaar vliegen. Dat ’s nachts de omstandigheden het best waren, was te gevaarlijk voor de vliegtuigen. Het moest dus overdag gebeuren, onder minder gunstige omstandigheden.

Ladingen met ijs

Een eerste test die ochtend bij Schiphol had geen succes. De aanwezige verslaggever van Het Vaderland had nu niet veel vertrouwen meer in de middag-proef die boven Scheveningen zou gebeuren, maar Veraart had dat wel. Hij was ‘een man met optimisme, de eigenschap bij uitnemendheid van allen die de wereld iets nieuws brengen.’ De verslaggever vloog mee in één van de grote KLM-vliegtuigen die naast de piloten en enkele ijswerpers was volgeladen met ijs. Op de grond in Scheveningen volgde men vol spanning hoe de vliegtuigen heen en weer vlogen. Toen een gunstige wolk was gevonden gingen op het afgesproken sein de handschoenen aan en stortte men uit de open ramen zakladingen ijs op de wolk. Die veranderde van kleur, maar regen kon de verslaggever niet zien.

Op de grond was het ook niet makkelijk te volgen. In de verte, naar Katwijk toe, zag men dat een wolk zich oploste. Op die afstand was niet te zien of het regende. De volgende dag waren er twee nieuwtjes. Bij het Rijswijkseplein was een korte, maar hevige regenbui geweest. In Marlot was een wandelaar overvallen door een regenbui. De wandelaar las over de proeven en gaf het door aan zijn krant. Was de proef een succes of was het gewoon Hollands zomerweer geweest?

A.W.M.J. Veraart, 'regenmaker'. Foto: 1930, maker onbekendA.W.M.J. Veraart, 'regenmaker'. Foto: 1930, maker onbekend

Nieuwe pogingen in China

De weerkundige medewerker van Het Vaderland meende het laatste. De gerapporteerde kleurveranderingen en verdwijning van wolken waren niets bijzonders en hadden niets met de proeven te maken, maar Veraart liet zich niet uit het veld slaan. Op de eerste foto is hij de intens kijkende man met bril, gedreven kijkend, iemand die altijd doorgaat. Hij staat rechtsboven met achter hem een cameraman die moest vastleggen wat er gebeurde. Dat was op dat moment nog niet veel. Die dag bleef het daarbij, later had Veraart ook geen succes. Tot in 1932 haalde Veraart regelmatig de krant. Proeven werden uitgesteld en proeven mislukten. Uiteindelijk ging Veraart naar Nederlands-Indië en verdween uit het nieuws. Alleen voor de Chineze olympische spelen was August Veraart daar weer even in terug. De Olympische Spelen in China moesten slagen. Regen mocht geen spelbreker zijn. Daarom stonden er weer vliegtuigen klaar. Nu niet met ijs, maar met modernere middelen. Heel even was de Nederlandse pionier-regenmaker uit 1930 weer in het nieuws. Het blijft een plan dat blijft hangen, ook de Chinezen probeerden met vliegtuigen regen op te wekken.


Dit artikel is onderdeel van een reeks artikelen gepubliceerd in Den Haag Centraal, geschreven door (oud) medewerkers van het Haags Gemeentearchief.

Auteur: Jan van Wandelen