Struisvogels op Scheveningen
Ezeltje rijden op Scheveningen. De oudere Hagenaar krijgt een weemoedige glimlach om de lippen als hij deze woorden hoort. Het is lang traditie geweest. Ieder badseizoen konden kinderen op het strand voor een paar centen een ritje maken op een ezeltje. Dit beeld is vele malen vastgelegd. Het beroemde schilderij dat Isaac Israëls rond 1895 maakte van drie meisjes in witte jurkjes met rode hoedjes op, ezeltje rijdend over het Scheveningse strand, is daarvan ongetwijfeld het bekendste voorbeeld. Het is te zien in het Rijksmuseum in Amsterdam.
Struisvogelritje op Scheveningen, 1935, maker onbekend
Niet alleen ezeltjes
Ezeltjes waren niet de enige dieren die in het verleden ingezet zijn als attractie op Scheveningen. In 1935 is geprobeerd met een meer uitheemse diersoort de mensen te vermaken die de badplaats bezochten. In een artikel uit de krant De Tijd van 27 september 1935 nam men het afgelopen badseizoen op Scheveningen onder de loep. Het was een zorgelijk seizoen geweest. Het mooie zomerweer had niet lang aangehouden. Veel Nederlandse badgasten waren vanwege de goedkope Belgische franc afgereisd naar de zuiderburen. Er waren wel Duitse gasten gekomen, maar die verbleven niet allemaal in officiële hotels en pensions. Ze sliepen ook vaak als betalende gasten bij familie en kennissen.
Exploitatie Maatschappij Scheveningen
De N.V. Exploitatie Maatschappij Scheveningen of E.M.S. (1902-1978) was eigenaar van vrijwel alle hotels en vermaakscentra van Scheveningen Bad en zij deed er alles aan om van ieder badseizoen een succes te maken door voor elk wat wils te programmeren. Beroemde, binnen- en buitenlandse musici speelden in de Kurzaal, er was varieté en cabaret op de Pier en Circus Sarassani speelde in de zomer van 1935 in het Circustheater.
Zeven struisvogels
Dat jaar verscheen er zelfs een Italiaan met maar liefst zeven struisvogels in de badplaats. Bezoekers van Scheveningen konden een ritje met de grote loopvogels maken. Niet op hun rug, maar in een karretje, een zogenaamde sulky, erachter. In het dagblad Het Vaderland van 9 juli 1935 is het fenomeen als volgt omschreven: ‘Onze onvolprezen badplaats is weer een attractie rijker geworden. Men zal met ingang dezer dagen op de Boulevard kunnen rijden in een geheel nieuw vervoermiddel. En wel in een klein wagentje, dat wel even aan een rickshaw doet denken, doch dat in dat geval niet wordt getrokken door een heftig transpireerenden Chineeschen koelie, doch door een rasechten struisvogel.’
De dieren werden ’s nachts gestald bij Circus Sarassani. Overdag werd er natuurlijk gewerkt.
In een karretje achter de struisvogel op Scheveningen, 1936, maker onbekend
Struisvogelstandplaats
De standplaats van de struisvogels was tegenover het Café du Boulevard, beter bekend als Houtmeijer, vlakbij het Kurhaus. Daar stonden vanaf tien uur ’s morgens twee wagentjes klaar. Bij grote drukte konden er meer struisvogels ingezet worden. Een gemiddeld gezin in 1935 moest rondkomen van een inkomen dat tussen de 20 en de 25 gulden per week lag. Een struisvogelritje kostte voor kinderen 45 cent en volwassenen mochten voor 75 cent, in de sulky plaatsnemen. Men vertrok vanaf Houtmeijer over de Boulevard in noordelijke richting tot voorbij het Palace Café. Het ging niet heel hard, want de oppasser van de struisvogels liep mee, net als de oppasser van de ezeltjes dat altijd deed.
Geen succes
Ondanks het uitheemse karakter van deze attractie die tot in het nieuwsblad ‘De West voor Suriname’ uitvoerig beschreven werd, is de Italiaan met zijn struisvogels in de zomer van 1936 niet meer gesignaleerd op Scheveningen. De attractie op de Boulevard was niet echt aangeslagen. Dit kan te maken gehad hebben met de prijs, want omgerekend naar nu kostte het slechts enkele minuten durende ritje vijf euro voor kinderen en ruim zeven euro voor volwassenen.
Dit artikel is onderdeel van een reeks artikelen gepubliceerd in Den Haag Centraal, geschreven door (oud) medewerkers van het Haags Gemeentearchief.
Auteur: Wendy Louw