Eind jaren zestig kwam de gemeente met een omvangrijk plan voor de vernieuwing van Scheveningen. De badplaats was sterk verouderd en was daardoor voor toeristen minder aantrekkelijk. Het werd dus tijd om Scheveningen op te poetsen. Binnen een periode van tien jaar zou de plaats moeten veranderen in een parel van de Noordzee. 

 De Inspraakgroep Scheveningen spreekt met het gemeentebestuur in de raadzaal Groenmarkt. Fotograaf Robert Scheers 1978 1De Inspraakgroep Scheveningen spreekt met het gemeentebestuur in de raadzaal Groenmarkt. Fotograaf Robert Scheers 1978

Luxe en rust

Oudbouw werd gesloopt en ervoor in de plaats kwamen hotels, restaurants, appartementsgebouwen en uitgaansgelegenheden. De filosofie achter al deze plannen was dat Scheveningen naast dagjesmensen ook meer langer verblijvende mensen moest trekken. Ook wilden de plannenmakers meer luxe en rust. Tenslotte was van belang dat Scheveningen betere ‘slecht weer’-accommodaties zou krijgen, zodat de kustplaats het hele jaar door bekoorlijk zou zijn. Zoals het Vrije Volk het treffend samenvatte: ‘Troosteloos oord moet elite-badplaats worden’.

Geen oog voor eigen inwoners

De lokale bevolking kon zich maar moeilijk vinden in al deze plannen. Met name het feit dat er miljoenen werden geïnvesteerd in Scheveningen-Bad maar nauwelijks in Scheveningen-Dorp zorgde ervoor dat het beeld ontstond dat de gemeente geen oog had voor de eigen inwoners. Ook waren strenggelovige Scheveningers bang dat de negatieve facetten van het ‘strandtoerisme nieuwe stijl’ uit zouden stralen naar de christelijke vissershofjes en de straatjes van het dorp. 

Alhoewel tegenstanders enige resultaten boekten, zo werd het Kurhaus niet gesloopt maar gerestaureerd en verbouwd, ging de meerderheid van de plannen gewoon door. 

Golfslagbad

Precies in lijn met de ‘alle seizoenen-’gedachte, was ook de bouw van een golfslagbad in het plan opgenomen. De baden, die gevuld waren met gezuiverd en verwarmd zeewater, lagen onder een overkapping die bij mooi weer in enkele minuten weggeschoven kon worden. Naast het zwembad bevond zich ook een sporthal en een lighal in het complex. Ook waren er hoogtezonnen voor de dagen waarop het zonnetje niet zou meewerken. Het hele complex ging ongeveer drie miljoen gulden kosten. 

Op 6 juli 1979 was het dan eindelijk zo ver: Gerard Wallis de Vries, staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk opende het nieuwe golfslagbad. Deze bestuurder was een bekende in Den Haag: na een aantal jaren raadslidmaatschap in de Haagse raad was hij van 1974 tot en met 1978 wethouder van Openbare werken, Verkeer en vervoer, Monumentenzorg en Binnenstadszaken.

Interieur van het Vrijetijdscentrum met Golfslagbad fotograaf Robert Scheers 1982Interieur van het Vrijetijdscentrum met Golfslagbad fotograaf Robert Scheers 1982

Hilarische opening is groot mediasucces

Voor de openingshandeling was het de bedoeling dat de staatssecretaris in een bootje een over het zwembad gespannen vlaggetjesslinger stuk zou varen. Hiermee zou hij symbolisch de weg vrijmaken voor iedereen om het zwembad te gebruiken. Maar een onwillige roeispaan zorgde ervoor dat de bewindsman overboord viel en helpende handen hem in een nat pak op de kant moesten hijsen. Het gebeuren leidde tot grote hilariteit bij de betrokkenen, maar de media twijfelde aan de spontaniteit van deze actie. Hoe het ook zij, de opening van het nieuwe golfslagbad haalde hierdoor wel de voorpagina’s van de lokale kranten en kan dus niet anders dan succesvol worden genoemd.

De staatssecretaris van Cultuur Recreatie en Maatschappelijk Werk G.C. Wallis de Vries, fotograaf Robert Scheers 1979De staatssecretaris van Cultuur Recreatie en Maatschappelijk Werk
G.C. Wallis de Vries, fotograaf Robert Scheers 1979

Goed voorbeeld doet goed volgen

De eerste jaren van het golfslagbad, het eerste van zijn soort in Nederland, en de andere nieuwe ontwikkelingen in Scheveningen waren ook erg succesvol. Het aantal bezoekers aan de badplaats steeg namelijk van drie miljoen in 1978 naar acht miljoen in 1984. Maar het succes kende ook een keerzijde: goede ideeën worden vaak gekopieerd, zo ook in dit geval. In 1984 opende het Tikibad in Duinrell en eind jaren tachtig startte in Rotterdam de bouw van zwemparadijs Tropicana. 

Nieuwe bestemming

Deze nieuwe baden waren natuurlijk weer moderner dan het zwembad in Scheveningen, dat daardoor vrij snel verouderd raakte. Ook de wensen en eisen van bezoekers veranderden. Dit alles leidde tot sterk afgenomen bezoekersaantallen en opbrengsten. Over 1990 en 1991 bedroeg het verlies bijna drie miljoen gulden. Voortzetting vereiste forse investeringen, die echter volgens de gemeente niet opwogen tegen de risico’s op nieuwe tekorten. In 1992 werd daarom besloten om het golfslagbad te sluiten en het geheel een andere bestemming te geven. Zeeaquarium SeaLife en het inmiddels ook alweer gesloten kuuroord Vitalizee kregen een plek in het pand.

 


Dit artikel is onderdeel van een reeks artikelen gepubliceerd in Den Haag Centraal, geschreven door (oud) medewerkers van het Haags Gemeentearchief.

Auteur: Wendy Louw