Invoering van een nieuw systeem voor vervoerbewijzen in het openbaar vervoer levert altijd de nodige beroering op. Niet alleen de introductie van de OV-chipkaart bewijst dat, maar ook de overgang naar de nationale strippenkaart kende zo haar perikelen.

Strippenkaarten uit het "guldentijdperk"Strippenkaarten uit het "guldentijdperk"

Hekkensluiter Den Haag

Dit vervoersbewijs werd in Nederland in mei 1980 ingevoerd naar het voorbeeld van de Duitse regio München. Daar was één kaart voor metro, tram en bus. In Nederland waren meer dan zestig vervoersmaatschappijen werkzaam met elk een eigen tarieven- en kaartsysteem. Met de nieuwe strippenkaart kon de reiziger in heel Nederland terecht.

De invoering in Den Haag geschiedde op 1 oktober 1981. Hiermee sloot Den Haag achteraan in de rij, want alle andere bus- en trambedrijven in Nederland gebruikten toen al het zonetarief met de strippenkaart.

Zeven zones

Het ministerie van Verkeer en Waterstaat verdeelde het HTM-gebied Den Haag, Rijswijk, Voorburg, Delft en Leidschendam in zeven zones. Op de foto uit september 1981 staat prominent in beeld het bord met de zone-indeling. De campagne voor de omschakeling naar de strippenkaart bestond onder andere uit de verspreiding van de HTM ZONE-KRANT en was gelardeerd met, hoe toepasselijk, een stripfiguur, een door Joop Mommers getekende ooievaar gekleed in HTM-uniform.

H.T.M. bord met zône indeling bij de invoering van de Nationale Strippenkaart, maker: Robert Scheers, 1981H.T.M. bord met zône indeling bij de invoering van de Nationale Strippenkaart,
maker: Robert Scheers, 1981

Fout stempelen is geen ramp

Hoe verliep nu de invoering van de strippenkaart? Het Vaderland van 26 september 1981 kopte “Een foute stempel is nog geen ramp,” waarmee is aangegeven dat de HTM een zekere coulance zou betrachten in de beginperiode. In plaats van een boete kreeg de “foute” stempelaar een voorlichtingssticker uitgereikt.

Volgens de overlevering gebeurde het in het begin wel dat een reiziger instapte en uit een sigarendoosje twee van de kaart losgeknipte strippen aan de bestuurder gaf. Over het algemeen raakte men echter redelijk snel vertrouwd met het nieuwe systeem.

Grijsrijden

Veel Hagenaars hadden nog wel wat moeite met het feit dat er binnen de zone altijd een strip extra moest worden gestempeld. Was die basiszone eigenlijk geen diefstal? Sommigen namen het recht in eigen hand en hanteerden één strip per zone. Deze praktijk werd in de volksmond “grijsrijden” genoemd. De eerste strippenkaarten waren lichtblauw en betrekkelijk eenvoudig na te maken. Verder waren er aanvankelijk problemen met de stempelinkt die niet snel droogde, uitwisbaar was, maar ook vlekken in de kleding tot gevolg kon hebben. Er ontstond veel kritiek op de voorgenomen invoering van het nieuwe systeem en al snel kreeg deze strippenkaart de bijnaam “stroppenkaart”.

Inmiddels was men zo aan de strippenkaart gehecht geraakt dat er zelfs heuse actiegroepen tegen afschaffing werden opgericht. Ruim 35.000 ouderen uit onder meer Den Haag en Zoetermeer hebben een petitie getekend voor behoud van de strippenkaart. Het heeft niet geholpen.

Reizigers kunnen inmiddels met de OV-chipkaart reizen en ook deze vorm staat alweer op omvallen. Na 2025 wordt er hoogstwaarschijnlijk overgestapt op een nieuwe pas. Er kan tegenwoordig ook betaald worden met OV-pay: met de mobiel, bankpas of creditcard.


Dit artikel is onderdeel van een reeks artikelen gepubliceerd in Den Haag Centraal, geschreven door (oud) medewerkers van het Haags Gemeentearchief.

Auteur: Henk Duits