Als kind ben ik in de vroege jaren zeventig één keer in het Zeiss Planetarium geweest bovenin het gebouw van de Haagsche Courant aan de Grote Marktstraat. Het schouwspel, de natuurgetrouwe nabootsing van de sterrenhemel, heeft destijds diepe indruk op me gemaakt. Het zogenaamde Wonder van Jena, een instrument van de Oost-Duitse firma Zeiss, maakte deze sterrenhemel mogelijk.

 Planetarium van de Haagsche Courant, foto: Gompers 1934Planetarium van de Haagsche Courant met het wonder van Jena links, foto: Gompers 1934

Oversized toverlantaarn

Het bijzondere apparaat bestond uit een samenstel van 94 projectoren die duizenden lichtstralen op de koepel konden laten schijnen. Het geheim – of wonder – van Zeiss lag erin dat met licht werd gewerkt en dat een groot aantal dia´s het beeld van de Haagse sterrenhemel met zo´n 5400 sterren kon oproepen. Eigenlijk was het planetarium een soort oversized toverlantaarn. Een dergelijk gebouw was nieuw in vooroorlogs Nederland, want in de oudere planetaria zagen de toeschouwers zich geplaatst tegenover een ingewikkeld stelsel van tandwielen, stangen en bollen. Zulke apparatuur zat de beleving van een majestueuze sterrenhemel in de weg.

Initiatiefnemer A.W. Sijthoff

Initiatiefnemer voor het Haagse sterrentheater was A.W. Sijthoff, directeur van de Haagsche Courant. Niet alleen had hij persoonlijk grote belangstelling voor de sterrenkunde, hij wilde ook ter gelegenheid van het vijftigjarig jubileum van zijn krant een gebaar maken naar de Haagse bevolking. Sijthoff slaagde erin zijn plan te verwezenlijken en op 20 februari 1934 opende het allereerste Zeiss Planetarium van Nederland in Den Haag zijn deuren in het bijzijn van Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Hendrik.

Herziene bouwplannen

Er was al eerder met de gedachte gespeeld een planetarium te bouwen. In een artikel in de krant Het Vaderland van 30 oktober 1926 beschrijft architect J.D. Looyen de mogelijkheden van een Planetarium-Congresgebouw. Over de locatie van dit multifunctionele gebouw had Looyen al nagedacht. Het terrein van de voormalige Oranjekazerne aan de Mauritskade leek hem bij uitstek geschikt vanwege de gunstige centrale ligging. Wel moest de Parkstraat nog even doorgetrokken worden.De plannen voor het planetarium aan de Parkstraat bleven op de tekentafel liggen, maar die voor de Grote Marktstraat werden op grootse wijze uitgevoerd.

Het Zeiss Planetarium in het gebouw van de Haagsche Courant kreeg een koepel met een diameter van 12,5 meter en een zaal die plaats bood aan 160 mensen.

Planetarium Wagenstraat, 1935, maker onbekendPlanetarium Wagenstraat, 1935, maker onbekend

Uitgebreid onderwijsprogramma

Door middel van een hypermodern aanwijsapparaat kon de medewerker van het Planetarium tijdens de voorstelling de sterren en hun stand laten oplichten. Niet zo vreemd dus dat er vrijwel direct een uitgebreide onderwijsprogrammering voor de hoogste klassen van de lagere scholen en voor het voortgezet onderwijs is gemaakt. Voor zeevaartscholen waren er zelfs speciale navigatiecursussen. Het Planetarium was succesvol. Per jaar bezochten gemiddeld 30.000 bezoekers de voorstelling en jaarlijks wierpen zo´n 13.000 schoolkinderen hun hoofd in de nek en werden zij wegwijs gemaakt in de belangrijkste geheimen van het firmament.

Grote brand zorgt voor een tweede primeur

Ruim veertig jaar na de opening van het Planetarium, op 29 januari 1976, brak er brand uit. Ook al kon de brandweer na twintig minuten het sein ´brand meester´ geven, het kwaad was reeds geschied. De kostbare Zeiss-projector, het Wonder van Jena, was zeer ernstig beschadigd. De oorzaak van de brand was vermoedelijk kortsluiting in een regelweerstand van een ventilator. Herbouw van het planetarium in hetzelfde gebouw bleek niet mogelijk. Een aantal onderdelen van de beschadigde projector kon niet vervangen worden, omdat de speciale afdeling van de Zeiss-fabriek in Jena die deze onderdelen in 1934 gemaakt had, was opgeheven. Het Haags Gemeentemuseum is uiteindelijk aan de slag gegaan met het opzetten van een nieuw theater, waar naast planetariumvoorstellingen ook IMAX-filmvoorstellingen met films van zeer groot formaat gegeven zouden gaan worden. Op 7 december 1984 is dit nieuwe theater, het Omniversum, geopend.

Weer had Den Haag een primeur: het Omniversum was het eerste IMAX-filmtheater in Europa.


Dit artikel is onderdeel van een reeks artikelen gepubliceerd in Den Haag Centraal, geschreven door (oud) medewerkers van het Haags Gemeentearchief.

Auteur: Wendy Louw