Het jaar 2020 moet het doen zonder Olympische Spelen. En dus gaan we terug in de tijd; naar de viering van het vijftigjarig bestaan van het Nederlands Olympisch Comité in 1962 in Den Haag. 

Ontsteking van de olympische vlag voor het Kurhaus | Foto: D. Coersen (ANP)

Opening met olympisch vuur

De viering van het vijftigjarig bestaan van het Nederlands Olympisch Comité (NOC) startte op 17 november 1962 met het aansteken van een olympisch vuur. De opening werd uitgevoerd door wereldkampioene kunstrijden Sjoukje Dijkstra en vond plaats op het Gevers Deynootplein. Bijna tweehonderd olympische atleten uit Nederland van maar liefst dertien olympiades – van 1908 tot 1960 - waren er speciaal voor naar Scheveningen gekomen.

Jaartafels in het Kurhaus

Op de toren van het Kurhaus ging de olympische vlag met de ringen in top. Ernaast wapperde de vlaggen van Japan en Oostenrijk, de landen waar in 1964 de zomer- en winterspelen zouden worden gehouden. Binnen in het Kurhaus namen oude en jonge generaties sporters plaats aan speciaal gedekte ‘jaartafels’.

Oud Londengangers

Natuurlijk bevonden er zich ook oud-Londengangers van de Spelen uit 1908 en 1948 in hun midden. Frank de Bruyn Kops, de voormalige linksbuiten van de Haagse voetbalclub HBS, schoof aan bij de jaartafel uit 1908. Frank was de bezitter van de allereerste Nederlandse olympische medaille. Met zijn voetbalteam won hij in 1908 in Londen brons.

Allereerste Nederlandse medaille

Eerdere Spelen kenden Nederlandse kampioenen, maar er werden toen nog geen medailles uitgereikt. Op de Londense Spelen in 1908 was Nederland zeer ruim vertegenwoordigd. Van de meer dan 2000 deelnemende atleten kwamen er maar liefst 112 uit Nederland. Helaas bleken de resultaten teleurstellend. Alleen het Nederlandse voetbalteam wist op deze eerste Spelen in Londen een medaille te veroveren.

Heldin van 1948

In het Kurhaus was natuurlijk ook Fanny Blankers-Koen aanwezig. Zij was de heldin van de Spelen in Londen in 1948. De sprintkampioene won tijdens de Londense Spelen van ’48 vier gouden plakken. 

Beginjaren

De bokser Sjoerd Jansma schoof aan bij de ‘1920-tafel’. In dat jaar had hij deelgenomen aan het onderdeel touwtrekken, toen nog een olympische sport.

Eerste Nederlandse vrouwelijke kampioenen

Aan de ‘1928-tafel’ zat de Haagse Annie Smeeman-van der Vegt. Haar turnploeg van tien vrouwen won goud in Amsterdam. De turnsters waren daarmee de eerste Nederlandse vrouwelijke olympisch kampioenen. Enthousiast vertelde Annie over de geweldige ontvangst in Den Haag na de terugkeer van de Spelen in 1928.

Vijfmaal brons

De tachtigjarige schermer Arie de Jong had de tafels voor het uitkiezen. Deze Hagenaar deed tussen 1908 en 1928 aan maar liefst vijf Olympische Spelen mee en won vijfmaal een bronzen medaille. Na zijn sportcarrière had hij het oudste Indonesische restaurant van Nederland Tampat Senang aan de Laan van Meerdervoort overgenomen.

Druk bezochte middagreceptie

Tijdens de drukbezochte middagreceptie kwam onder meer prins Bernard zijn gelukwensen aan het jubilerende comité aanbieden. Hij kreeg van NOC-voorzitter jhr. H.A. van Karnebeek het eerste exemplaar van het door de bekende sportjournalist Jan Cottaar samengestelde boek ‘In ridderlijke geest. Gouden boek Nederlandsch Olympisch Comité’ over vijftig jaar geschiedenis van het NOC.

Diverse felicitaties

Generaal Charles Pahud de Mortanges, oud-NOC-voorzitter en net als zijn opvolger Van Karnebeek een bekende Haagse sportman, voerde daarna als vertegenwoordiger van het Internationaal Olympisch Comité het woord. Ook jhr.mr. A. Feith, de voorzitter van de Nederlandse Sport Federatie (NSF), kwam de jubilaris feliciteren. In 1990 - kort voor de verhuizing van het NOC uit Den Haag naar Papendal - fuseerde het olympisch comité met de NSF.

Een film over de Olympische Spelen in Rome in 1960 en demonstraties van boksers, turnsters, schermers en wielrenners zorgden voor de afsluiting van het gouden NOC-feest in het Kurhaus.