De aslade verdween uit de woonhuizen met de komst van de gaskachel. Plastic vuilniszakken en rolcontainers hebben langs de stoepranden de plaatsen van de zinken asemmers ingenomen. Er is vermoedelijk niemand meer in Den Haag, die nog ‘asman’ tegen een vuilnisman zegt en ook de met paarden bespannen aswagens zijn weg uit het Haagse straatbeeld.

Alleen de Asmansweg in het Regentessekwartier herinnert aan de vroegere vuilnismannen.

Haagse Gemeentereinigingsdienst

De geschiedenis van de Haagse Gemeentereinigingsdienst gaat terug tot 1870. In dat jaar besloot de gemeenteraad van Den Haag het schoonhouden van de stad zelf ter hand te nemen, nadat particuliere aannemers het voortdurend hadden laten afweten.

De raadsleden weigerden te accepteren dat vuil en afval tot de normale aanblik van de Haagse straten behoorde. De eerste vuilnisophaaldienst werkte met schuiten en handkarren. Al snel kwamen daarvoor de paard-en-wagens, de zogenaamde aswagens, in de plaats. De komst van de eerste gemotoriseerde vuilnisauto in 1912 baarde in heel Nederland opzien. Onder veel journalistieke belangstelling toonde de directie van de Haagse Gemeentereinigingdienst het nieuwe wonder aan het publiek.

 Ophalen van huisvuil door de Haagsche Reinigingsdienst met de eerste huisvuilauto, 1912, maker onbekendOphalen van huisvuil door de Haagsche Reinigingsdienst met de eerste huisvuilauto, 1912, fotograaf onbekend

Op de foto is men met de gloednieuwe vuilnisauto aan het werk aan het einde van de Weimarstraat. Naast de 83 aswagens, verscheen er nu een vuilniswagen zonder paardenbespanning in de Haagse straten. In 1920 kreeg ook Scheveningen de eerste gemotoriseerde vuilnisauto.

Schoonste stad van Europa

De werklieden van de reinigingsdienst waren niet alleen verantwoordelijk voor de afvoer van as en vuilnis. Ook het reinigen van de straten, het schoonhouden van de urinoirs, de bestrijding van ratten, het sproeien van de straten in de zomer en het sneeuwruimen en zand strooien in de winter behoorde tot de taken van deze dienst. Vele honderden werknemers waren dagelijks in de weer met de reiniging van de stad en met succes … In de eerste helft van de twintigste eeuw stond Den Haag bekend als schoonste stad van Europa. 

Verwerking van het afval

De ‘asch-staal’ voor de opslag van het Haagse vuilnis aan de Westduinweg verdween in 1921. De opslag vond daarna voornamelijk plaats aan de Gaslaan. Hier kochten veel Westlandse tuinders hun meststof. De hoeveelheid vuilnis nam echter in de groeiende stad sterk toe en er was steeds minder ruimte voor de opslag. Al in 1919 besloot de gemeenteraad daarom voor de verwerking van het afval een vuilverbrandingsinstallatie te bouwen. De Haagse bevolking reageerde furieus en het regende protesten en ingezonden brieven. Zelfs de regering bemoeide zich met het Haagse afvalprobleem. De discussie sleepte zich jaren voort. Het bleef bij een kleine vuilverbrandingsinstallatie aan de Gaslaan, die volgens het tijdschrift Water, Bodem, Lucht - vermoedelijk het eerste milieutijdschrift in Nederland - al in 1924 kampte met een fijn-stof-probleem. Voor de Tweede Wereldoorlog zou Den Haag geen volwaardige vuilverbrandingsinstallatie krijgen. Men zocht binnen en buiten de gemeente naar oplossingen.

In de jaren tussen 1913 en 1929 brachten schuiten het huisvuil over de Vliet naar Nootdorp. Met kruiwagens losten de vuilnismannen daar het afval en stortten het vervolgens in een meer. De Escamppolder werd geëgaliseerd met afval en het Zuiderpark kreeg zijn heuvels dankzij het Haagse huisvuil. Desondanks bleef het afvalprobleem groeien. Uiteindelijk vond het gemeentebestuur een oplossing in Drenthe. Op 23 februari 1932 reed de eerste afvaltrein van de laadinrichting aan de Gaslaan naar Wijster. Dit zou dertig jaar duren. De laatste trein reed in 1968, toen nam Den Haag een nieuwe vuilverbrandingsinrichting op het terrein aan de Gaslaan in gebruik. 25 jaar hebben de verbrandingsovens hier dienstgedaan. Eind vorige eeuw is de installatie gesloopt. Nu ligt op de plaats van de voormalige vuilverbranding het wijk- en sportpark De Verademing.

 Zuiderpark, de gemeentereiniging richt in het park een uitzichtheuvel op van vuilnis, 1929, fotograaf Vereenigde FotobureaxZuiderpark, de gemeentereiniging richt in het park een uitzichtheuvel op van vuilnis, 1929,
fotograaf Vereenigde Fotobureax

Overslagstation

Nog steeds rijden er vuilniswagens door de Haagse straten en voeren het vuilnis af, nu niet meer naar Haagse of Scheveningse vuilnisbelten, maar naar het overslagstation in de Binkhorst. Daarvandaan gaat het afval per schip naar de verbrandingsovens van de AVR (Afval Verwerking Rijnmond) in Rotterdam.

 


Dit artikel is onderdeel van een reeks artikelen gepubliceerd in Den Haag Centraal, geschreven door (oud) medewerkers van het Haags Gemeentearchief. 
Auteur: Corien Glaudemans