In 1928 opende juwelier Roelof Citroen uit Amsterdam ook een winkel in Den Haag in een monumentaal pand aan de Plaats 23. Het Haagse filiaal had al snel een bekende naam in de residentie. Maar soms betraden klanten de juwelierszaak met andere bedoelingen dan de aanschaf van een fraai sieraad.

Pand Roelof Citroen, 1930, maker A. FréquinPand Roelof Citroen (naast de pijl), 1930, maker A. Fréquin

Duitse handelsattaché

In de namiddag van 16 februari 1931 ontving de politie op het hoofdbureau een telefoontje van de juwelierszaak. Een buitenlandse klant, die zich had voorgesteld als dr. Riedetz, handelsattaché van de Duitse legatie te Parijs, had zich tamelijk verdacht gedragen. In de winkel had hij zijn visitekaartje afgegeven en zeer waardevolle juwelen uitgezocht tot een bedrag van circa 3000 dollar, een hoeveelheid geld die nu een waarde van meer dan 100.000 euro zou hebben. De heer ging evenwel niet tot aankoop over, maar deelde mee dat hij nog enige andere boodschappen moest doen en na ongeveer een kwartiertje terug zou komen om de aankoop af te handelen. Het gedrag van de klant maakte de juwelier aan het twijfelen. Hij vond het gedrag van de klant vreemd en vertrouwde hem allerminst en verzocht daarom de politie naar de Plaats te komen om een oogje in 't zeil te houden. Het telefoontje had duidelijk alarmerend genoeg geklonken, want maar liefst drie agenten – een inspecteur en twee rechercheurs – gaven gehoor aan het verzoek van juwelier Citroen. Twee mannen bleven buiten de winkel staan, de inspecteur ging naar binnen.

Verblijf in Hotel des Indes

Dr. Riedetz keerde na korte tijd terug en begon opnieuw te onderhandelen met juwelier Citroen over de aankoop van sieraden. De inspecteur sprak ondertussen met een andere medewerker en wekte de suggestie dat ook hij juwelen wilde kopen, maar in werkelijkheid hield hij de buitenlandse klant onafgebroken in het oog. Intussen schenen de koper en de juwelier het niet eens te worden en leek dr. Riedetz de onderhandelingen te willen staken. Opmerkelijk was dat Riedetz toen ineens aan juwelier Citroen verzocht of hij hem in de loop van de avond wilde komen opzoeken in Hotel des Indes, waar hij logeerde. Daarop verliet hij de winkel. Rechercheurs volgden hem naar het hotel aan het Lange Voorhout. Navraag leerde dat hij daar inderdaad verbleef en ingeschreven stond onder de naam ‘dr. Riedetz, Duitsch Handelsattaché te Parijs’.

Toch vertrouwde de politie-inspecteur de man niet en besloot ’s avonds juwelier Citroen te vergezellen naar Hotel des Indes. In het hotel vroeg hij aan de buitenlandse gast zijn legitimatiebewijs te tonen, die op dit verzoek zeer verbolgen reageerde. Hij toonde hierop een officieel-ogend stuk van het Duitse gezantschap te Parijs, waarin zijn aanstelling tot handelsattaché werd vermeld. Het document was ondertekend door Von Hoesch, Duits gezant te Parijs. 

Hotel des Indes, 1937, maker H LammeHotel des Indes, 1937, maker H Lamme

Overtuigend acteerwerk

Na het zien van dit papier bevond de inspecteur zich in een lastig parket. Hij bezat geen enkel bewijs dat de Duitse handelsattaché een oplichter was, maar tegelijkertijd vertelde zijn intuïtie hem deze dr. Riedetz niet te vertrouwen. Daarop zei de vermeende oplichter dat in Hotel Central aan de Lange Poten een vriend logeerde, die over hem inlichtingen zou kunnen verstrekken. Volgens de woorden van Riedetz bekleedde deze man, Kurt Rethy genaamd, eveneens een vooraanstaande diplomatieke positie. Mogelijk had hij gehoopt dat deze woorden afdoende waren, maar de inspecteur voelde dat hij beet had en sommeerde Riedetz hem te begeleiden naar het nabijgelegen hotel. Daar bleek Kurt Rethy totaal onbekend. De ‘handelsattaché’ ontstak in woede en schold op de onvolledigheid van de Hollandse hotelregisters en liep weg. Op het Plein hield de inspecteur hem staande en ging tot arrestatie over. Een politiewagen bracht dr. Riedetz naar het hoofdbureau aan het Alexanderplein. De arrestant bleef protesteren en beriep zich op zijn diplomatieke onschendbaarheid. Hij sloeg daarbij en toon aan, die sommigen op het hoofdbureau deed twijfelen over de arrestatie. Ze waren bang dat hun collega blunderde.

Internationale oplichter

De inspecteur gaf niet op en fouilleerde de ‘diplomaat’ en vond ... twee paspoorten met verschillende namen, beide vals. Eindelijk leek hij gelijk te krijgen. Toen daarop ook het Duitse gezantschap meldde dat de handtekening van Von Hoesch onder het document uit Parijs vals was, wist hij bijna zeker met een oplichter te maken te hebben. Eind februari kreeg de Haagse politie een duidelijk antwoord van de Weense recherchedienst. De aangehouden dr. Riedetz was in werkelijkheid de 34-jarige Peter Rudix Makaroff uit St. Petersburg. De pseudo-handelsattaché bleek inderdaad een oplichter die internationaal opereerde.


Dit artikel is onderdeel van een reeks artikelen gepubliceerd in Den Haag Centraal, geschreven door (oud) medewerkers van het Haags Gemeentearchief.

Auteur: Corien Glaudemans