In de Eerste wereldoorlog bleef Nederland gespaard van het vele oorlogsgeweld, omdat de Duitse troepen ons land niet binnentrokken. Dit betekende niet dat ons land verstoken zou blijven van oorlogsleed. De Duitse opmars door België die begon op 4 augustus 1914, ging met veel geweld gepaard en zaaide angst en paniek onder de Belgische bevolking.

Belgische vluchtelingen verblijvend in een huis in stand gehouden door de medewerkers van Manfield Sons Northampton, 1918, prentbriefkaart, maker onbekendBelgische vluchtelingen verblijvend in een huis in stand gehouden door de medewerkers van Manfield Sons Northampton, 1918, prentbriefkaart, maker onbekend

Eerste Belgische vluchtelingen in Den Haag

Kort na de Duitse inval in België deed koningin Wilhelmina op 10 augustus 1914 een beroep op de Nederlandse bevolking om de Belgische vluchtelingen te helpen. Den Haag reageerde op deze oproep met de oprichting van een speciaal Steuncomité. De eerste Belgische vluchtelingen in Den Haag lieten niet lang op zich wachten. Uit het aan Nederland grenzende Belgische dorpje Visé, dat vrijwel meteen op de eerste oorlogsdag door de Duitsers was verwoest, kwamen ongeveer honderd vluchtelingen naar Den Haag. Zij kregen een onderkomen in barakken in Scheveningen. Nog zeker honderd andere vluchtelingen uit Oost-België vonden in diezelfde augustusmaand onderdak in de badplaats.

Onderdak op verschillende plekken

Na het bombardement op Antwerpen arriveerden op 9, 10 en 11 oktober 1914 overvolle treinen met Belgische vluchtelingen op station Hollandse Spoor. Volgens een aanwezige journalist riepen de Belgen bij aankomst op het station met tranen in de ogen: ‘Leve Olland!’ Duidelijk bleek dat vele Hagenaars te doen hadden met de vluchtelingen. Met man en macht werd gewerkt om voor hen huisvesting te regelen.

Veel Belgen kregen in Den Haag onderdak in katholieke gezinnen of bij katholieke instellingen, zoals het rooms-katholieke weeshuis aan het Westeinde. Anderen vonden een tijdelijk onderkomen bij het Leger des Heils in hun opvanghuis Elim in de Wagenstraat, bij het Tehuis voor Onbehuisden van de Maatschappij voor ’t Nut van het Algemeen aan de Steynlaan of in het weeshuis van de hervormde Fundatie Renswoude aan het Westeinde. Driehonderd armlastige Belgen vonden een eerste onderdak in het circus in Scheveningen.

Voor de vele Joodse vluchtelingen uit Antwerpen was een speciaal Joods vluchtelingencomité in Den Haag opgericht. Een grote groep Joodse Antwerpenaren werd in Scheveningen ondergebracht, waar al veel uit Oost-Europa gevluchte Joden woonden. Arme Joden kregen hulp van de Nederlands Israëlietische Gemeente.

Circus café waar een mis wordt opgedragen voor Belgische vluchtelingen, 1914, maker onbekendCircus café waar een mis wordt opgedragen voor Belgische vluchtelingen, 1914, maker onbekend

Registratiebureau voor vluchtelingen

Al snel bleek dat veel Belgen tijdens de overhaaste vlucht familieleden waren kwijtgeraakt. Zeer veel gezinnen waren uiteengerukt. Om hulp te verlenen bij het terugvinden van verwanten kwam in oktober 1914 in Den Haag het nationale kantoor voor de registratie van Belgische vluchtelingen. Vele Haagse dames boden zich vrijwillig aan om namen van vluchtelingen op kaarten te schrijven voor het kaartsysteem. Samen met het gesalarieerd personeel wisten zij in een periode van enkele weken een cartotheek met namen van meer dan 200.000 vluchtelingen aan te leggen. Het bureau van dit vluchtelingenbevolkingsregister was de eerste periode gevestigd bij Pulchri Studio aan het Lange Voorhout, maar deze locatie bleek al snel veel te klein. In november 1914 verhuisde het registratiebureau naar de firma Corsmit, Brossois & Co. aan het nabijgelegen Korte Voorhout 12a.

20.000 Belgen in Den Haag

Eind 1914 vond een derde verhuizing plaats en kreeg het bevolkingsregister gratis onderdak in het gebouw van Sociëteit De Witte aan het Plein. De medewerkers van het nationale bevolkingsregister vertelden dat verloren gewaande familieleden elkaar soms hervonden op de stoep van het registratiebureau.

Eind oktober 1914 hadden ongeveer 20.000 Belgen een tijdelijk onderkomen in Den Haag gevonden. In de laatste dagen van die maand verminderden de oorlogshandelingen en keerden meer dan 4.000 vluchtelingen naar België terug. Nadat in november 1914 de strijd in België was verhevigd, wilde evenwel nauwelijks één Belg nog weg uit Den Haag. Uiteindelijk besloten bijna 11.000 Belgische vluchtelingen in Den Haag het einde van de Eerste Wereldoorlog af te wachten.


Dit artikel is onderdeel van een reeks artikelen gepubliceerd in Den Haag Centraal, geschreven door (oud) medewerkers van het Haags Gemeentearchief.

Auteur: Corien Glaudemans