Elke twee weken vragen we een inwoner van Den Haag naar zijn of haar herinneringen aan onze stad. Wat is typische Haags, voelt thuis en mag dus niet ontbreken in ons archief? Deze keer is het woord aan Edwin Grünholz. Edwin Grunholz over zijn Den Haag

“Voetbal is ontzettend belangrijk in mijn leven. Op het veld vallen alle verschillen weg, of je nu rijk of arm bent, het gaat puur om je talent en hoe hard je werkt. Ik ben opgegroeid in Spoorwijk, en daarna in de Schilderswijk, bij het Oranjeplein.

De Silva Boys

Ik ken alle veldjes in Den Haag. Ik voetbalde eerst met mijn vrienden bij Het Honk, op het Jacob van Kampenplein, en ook in de Houtzagerij. Daar woonden tientallen familieleden in de buurt. We hadden een eigen team, met allemaal broertjes, ooms en neefjes, de Silva Boys. Mijn vader was de eigenaar en we bouwden ons eigen clubhuis op het Hannemanplantsoen. In de stad had elk plein wel een buurtteam, en we speelden allemaal tegen elkaar, ook bijvoorbeeld tegen de jongens van de Magneet op Scheveningen. Zo ken je iedereen in de stad.

Respect

Ik geef dit interview uit respect voor mijn vader, die in de oorlog als werkgevangene in Birkenau heeft gezeten. Hij kwam oorspronkelijk uit een Sinti-familie in Nijmegen.

Mijn moeder was ook woonwagenbewoner en haar familie heeft ook gedurende de oorlog met de dreigingen van deportatie om moeten gaan. Mijn ouders hebben beiden gruwelijke dingen gezien en meegemaakt, maar daar werd thuis niet over gesproken. Ieder jaar legden wij wel bloemen neer bij het monument bij het station waar zoveel Sinti-jongens doodgeschoten zijn. Bijzonder is dat mijn vader echt geen haat kende, ook niet tegen Duitsers.

Toen hij terugkwam ging hij wonen in het kamp aan de Lozerlaan. Ik ben de een-na-jongste van 13 kinderen, de eerste vijf kinderen van ons gezin zijn nog in de wagen geboren, daarna vonden mijn ouders een huisje. We waren net na de oorlog arm, en mijn ouders gingen venten met elastiek en wenskaarten.

Warm en liefdevol nest

De oudere kinderen zorgden in de beginjaren voor de jongere kinderen. Ik ben zelf door mijn ouders zelf opgevoed, en de ouderen zeiden altijd met een knipoog dat wij kleintjes het daarom beter hadden. Het was een warm en liefdevol nest, waar iedereen voor elkaar zorgde, met altijd familie over de vloer. Ik was een moeder’s kindje, en ben heel beschermd opgegroeid. Toen ik 12 was, mocht ik alleen fietsen in de poort achter het huis, nooit op straat.

Voetbal of muziek

Thuis was er veel muziek, en eigenlijk moest ik kiezen tussen voetbal of muziek. Mijn broers kozen voor muziek en zij hebben bands gehad, The Gipsy Family en The New Family. Muziek, dat zit in onze genen.

Rond mijn 15de ben ik van school gegaan en mijn vader gaan helpen. Daarna draaide alles om voetbal. Op mijn 30ste ben ik gaan werken en leren. Op mijn 34ste heb ik eerst mijn MBO diploma gehaald, daarna een master voor HBO en nu ben ik bezig om mijn EVC traject af te ronden zodat ik een erkend HBO denk- en werk niveau heb gehaald.

Zuiderpark als thuis in Den Haag

Mijn echte voetbalcarrière begon op mijn 15de toen ik mij bij zowat alle Haagse clubs ging aanmelden. Eerst werd ik niet aangenomen, omdat ze mij toch zo’n Haags schoffie vonden, met lang haar enzo. Maar ik was in werkelijkheid heel verlegen, en heel netjes.

Mijn thuis in Den Haag is dus wel het Zuiderpark, het oude ADO stadion. Eerst sloop ik daar voor de wedstrijden naar binnen, achter het doel. Later gingen we voor een wedstrijd met 600 man langs de Hoefkade, met allemaal kippen die in groen en geel gespoten waren. Beetje zielig voor die beesten, maar ja. Die lieten we dan in het stadion los. Al die kroegen op de Hoefkade waren ook weer familie van ons, van mijn moeder’s kant, de Van Nette’s en Van Ludwig’s.

Gelukkig kon ik eind jaren 80 bij RVC in Rijswijk terecht. Toen ben ik door mijn prestaties opgevallen en heeft ADO mij in 1989 geselecteerd. Daar ben ik meteen speler van het jaar geworden. Daarnaast heb ik vele interlands als zaalvoetballer gespeeld.  Ik was ook nog profvoetballer bij Roda JC in Kerkrade, maar met 27 ben ik gestopt. Dat kwam omdat mijn vader mij belde en zei dat hij mij zo miste.

Normen, waarden en gebruiken

Ik ben heel zorgzaam en voelde mij verantwoordelijk naar mijn ouders toe. Ik bleef dan ook lang thuis wonen, totdat ik mijn vrouw ontmoette. Dat ik ging samenwonen durfde ik mijn moeder eerst niet te vertellen, ze vond het zo moeilijk om mij niet meer bij haar te hebben. Ik heb op een dag maar gewoon mijn spullen gepakt en ben gegaan. Zo gaat dat bij ons. Als je een nacht weggaat met een meid, ben je getrouwd. Daarna kwam het met mijn moeder wel weer goed. Aan mijn eigen kinderen hebben we wel de normen, waarden en de gebruiken van onze familie doorgegeven, zoals goed zorgen voor elkaar, geen paardenvlees eten, thuis schoenen uit. Dat zit er gewoon in.

Vrijheid

Vrijheid is ook belangrijk voor ons. Ik had nooit kunnen bedenken dat ik nu al 21 jaar voor diezelfde baas werk als jeugdwerker. Dat werk heb ik lang gecombineerd met trainer zijn bij ondermeer Westlandia en Quick Boys. Nu ben ik net toegelaten tot de opleiding van coach in het betaald voetbal, nadat ik drie keer was afgewezen. Echt prachtig. Ik heb het echt altijd heel erg druk, maar zo ben ik gewoon.

Inmiddels wonen we in Leidschenveen, bij het nieuwe ADO-Stadion. Als je uit zo’n grote familie komt, mis je best wel de reuring om je heen. Ik voelde mij best eenzaam toen ik voor het eerst na het samenwonen een bank alleen voor mezelf en mijn vrouw had. Het was mij te rustig.

Buurtgevoel en saamhorigheid

Ik mis dat buurtgevoel. Dat is overal in de stad een beetje weg, ook in de Schilderswijk. Kijk, het Oranjeplein was toen ook al geen pretje, met veel prostituées, overvallen en drugs. Daar lieten we s’nachts onze auto’s open staan, dan kon daar iemand s nachts even in slapen zonder dat meteen een raam gebroken was. Maar toch had je in die tijd meer saamhorigheidsgevoel. Er is nu in de stad zo weinig leuks voor jongeren en het gemeenschapsgevoel is gewoon weg.

Je merkt dat ook op de kermis, echt zo’n typisch Haagse plek, het trefpunt van alle jongeren in Den Haag. De bokshal op het Malieveld, daar moest je zijn. Dat is allemaal verdwenen.”


Leuk artikel? Lees meer over Thuis in het archief of een van de andere gastblogs.

 Wilt u met uw verhaal ook bijdragen aan de geschiedenis van Den Haag en al haar wijken? Neem dan contact op met Samantha van As, senior archiefmedewerker, via 06 5005 3234 of Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..