Tot eind jaren 1990 hoorden in de zomermaanden fietsende toeristen met zware bagage tot het vaste straatbeeld van Loosduinen. De meesten van hen waren op weg naar jeugdherberg Ockenburgh.
Het landgoed en de voormalige jeugdherberg Ockenburgh kunnen bogen op een lange geschiedenis.

Gezicht op het buitenverblijf Ockenburgh van Jacob Westerbaen, 1650-1660, maker: Adriaen MathamGezicht op het buitenverblijf Ockenburgh van Jacob Westerbaen, 1650-1660,
maker: Adriaen Matham

Fraaie buitenplaatsen

In de zeventiende eeuw kwamen langs de oude weg van Den Haag naar ’s-Gravenzande fraaie buitenplaatsen. De belangrijkste was die van de dichter Jacob Westerbaen. Hij vestigde zich omstreeks 1650 na de dood van zijn echtgenote op het landgoed Ockenburgh en leidde hier vele jaren een zorgeloos bestaan. De levensgenieter jaagde in de duinen met zijn vrienden, nodigde hen uit aan de dis en schreef vele gedichten waarin hij de schoonheid van het landgoed verheerlijkte. In het gedicht, Arctoa Tempe, nodigde Westerbaen zijn lezers uit hem vanuit Den Haag naar zijn buiten te volgen en vertelde vervolgens in vele duizenden versregels hoe hij zijn vrije tijd daar doorbracht.

Ingrijpende verbouwingen

De villa die tegenwoordig op het landgoed staat is een andere dan het landhuis van Westerbaen. Er zijn in het huis weliswaar nog steeds restanten van het 17de-eeuwse gebouw te vinden, maar de oorspronkelijke villa is in de loop der eeuwen vele malen ingrijpend verbouwd. Omstreeks 1925 dreigde de villa te verdwijnen. De gemeente Den Haag besloot daarom de buitenplaats aan te kopen en het landgoed voor publiek open te stellen.

Jeugdherberg

Na de Tweede Wereldoorlog moest Den Haag het stellen zonder jeugdherberg, want ‘De Zeemeeuw’ in Scheveningen had een andere bestemming gekregen. Omdat villa Ockenburgh op nieuwe bewoners wachtte, besloot de gemeente in 1947 hier de nieuwe jeugdherberg te vestigen. Het bewoonbaar maken van Ockenburgh vergde veel investeringen, omdat het huis in het laatste oorlogsjaar zwaar had geleden. Met de financiële steun van vele gulle gevers kon het pand snel worden opgeknapt. Nog voor de zomer van 1947 vonden de eerste overnachtingen plaats en op 15 juni 1949 opende de geheel gerestaureerde jeugdherberg Ockenburgh met 200 bedden officieel de deuren. De Haagse jeugdherberg was razend populair bij jonge vakantiegangers. Het aantal overnachtingen steeg van 11300 in 1948 tot 30000 in 1962.

In de top van grootste jeugdherbergen

Omstreeks 1960 voldeed de jeugdherberg niet meer aan de eisen van de bezoekers. De villa moest worden uitgebreid en van binnen gemoderniseerd. De Amsterdamse architect Frank van Klingeren ontwierp voor de jeugdherberg een vrijstaande vleugel van staal en glas. De opening van deze nieuwbouw vond in 1974 plaats. Ockenburgh had vanaf dat moment 400 slaapplaatsen en was daarmee één van de grootste jeugdherbergen ter wereld. De jeugdherberg bood sedertdien onderdak aan duizenden individuele trekkers, groepen scholieren, jeugdclubs en sportverenigingen. Steeds vaker ging Ockenburgh ook als conferentiecentrum fungeren.

Jeugdherberg Ockenburg, 1975, maker: JosPéJeugdherberg Ockenburgh, 1975, maker: JosPé

Moderne ontmoetingsplek

Dit is nu verleden tijd, het vakantieoord heeft in 1998 de deuren gesloten en jongeren zoeken een slaapplaats in de jeugdherberg in de Scheepmakersstraat dichterbij het Haagse centrum. Inmiddels is de villa een plek waar heerlijk gegeten kan worden en er diverse activiteiten worden georganiseerd. Van speurtocht tot festival, het kan allemaal in Villa Ockenburgh. Zoals de organisatie zelf aangeeft: Door bundeling van krachten en goede samenwerking creëren Stichting tot Behoud van de Historische Buitenplaats Ockenburgh, Villa Ockenburgh bv en Villa Bijzonder een plek waar mensen elkaar ontmoeten, zich kunnen ontwikkelen en ontspannen.


Dit artikel is onderdeel van een reeks artikelen gepubliceerd in Den Haag Centraal, geschreven door (oud) medewerkers van het Haags Gemeentearchief.

Auteur: Corien Glaudemans