Tegenwoordig liggen milieuoverwegingen en de afhankelijkheid van de olie-industrie ten grondslag aan onderzoek naar alternatieven voor de huidige brandstoffen voor auto's. Soms gaat het hierbij om schonere brandstof, zoals biodiesel, methanol of waterstof, maar ook de elektrisch aangedreven auto staat in de actualiteit. Ja, de elektrische auto heeft toekomst. Dat dachten de bedenkers van de “Story” in 1940 in ieder geval ook.

Oorspronkelijke ontwerptekening reclamemateriaal "Study"Oorspronkelijke ontwerptekening reclamemateriaal "Study"

Start van de productie

De “Story” was een initiatief van de N.V. Internationale Automobiel Maatschappij, gevestigd aan de Scheldestraat in Den Haag. Dit bedrijf was importeur van het Amerikaanse automerk Studebaker.
Na de Duitse bezetting in mei 1940 werd, ingegeven door de benzinebeperking en de noodzaak tot het hebben van een rijvergunning, begonnen met de productie van een elektrische auto aanvankelijk genaamd de “Study”, met een knipoog naar Studebaker, maar al snel omgedoopt tot “Story”. De auto was een tweezitter in cabrioletuitvoering. De stalen carrosserie werd gemaakt bij de firma Pennock, ook een Haags bedrijf. De “Story” was Nederlands eerste elektrische auto en werd aan het publiek gepresenteerd in oktober 1940.

Verzoek tot inschrijving bij Bureau voor den Industrieelen Eigendom 15 juni 1940Verzoek tot inschrijving bij Bureau voor den Industrieelen Eigendom
15 juni 1940

Bij het ontwerp stond een zo laag mogelijk gewicht voorop in verband met het energieverbruik. Dit heeft er ook toe geleid dat het een driewieler moest worden. Een bijkomend voordeel daarvan was de aanmerkelijk lagere wegenbelasting. Verder heeft het ontwerp een gestroomlijnde vorm, om zo min mogelijk luchtweerstand te hebben.

Forse prijs

De “Story” was voorzien van een 24/30 volt elektromotor die het linker achterwiel aandreef. De snelheid was 25 à 30 km per uur, afhankelijk van de windrichting. Voor de energievoorziening zorgden vijf accu’s. De actieradius bedroeg ruim 50 km. De prijs bedroeg f 1.790,-, waarmee de “Story” fors duurder was dan een vergelijkbare kleine benzineauto, maar ja, concurrentie van deze laatste was er door de oorlogsomstandigheden nauwelijks meer.

Ondanks dat de gebruikskosten van de “Story” gunstig af staken tegen die van een conventionele auto, werd de “Story” geen succes. In totaal zijn er slechts ongeveer honderd exemplaren gebouwd. Oorzaak was in 1941 het gebrek aan grondstoffen en materialen, waaronder lood voor de accu's. Dit lot trof uiteindelijk ook het vervolg dat de N.V. Internationale Automobiel Maatschappij aan de “Story” heeft gegeven met de zogenaamde “Electro-Tax”. Een elektrisch aangedreven taxi in de vorm van een soort bakfiets, waarbij de bestuurder achter zat, in de buitenlucht, met twee passagiers overdekt voorin.

Elektrisch aangedreven taxi, foto: H.A.W. Douwes, 1941Elektrisch aangedreven taxi, foto: H.A.W. Douwes, 1941

En hoe staat het vandaag de dag met de elektrisch aangedreven auto?

We kennen de Toyota Prius, die voorzien is van een hybride techniek. Van recenter datum is het Nederlandse initiatief van Electric Cars Europe.

Die bouwen bijvoorbeeld een Lotus Elise-sportwagen voor je om naar elektrische aandrijving en wat blijkt? Dan heb je ook een elektrische tweezitter, maar nu met een acceleratie van 0-100 km per uur in 4,7 seconden, een topsnelheid van 215 km per uur en een actieradius van 325 km. Als we dat aan de bedenkers van de “Story” verteld zouden hebben, zouden ze waarschijnlijk vol ongeloof hun hoofd hebben geschud.

De elektrische auto "Story" bij de N.V. Internationale Automobiel Maatschappij (importeur van Studebaker). Foto H.G.L. Schimmelpenningh, 1941De elektrische auto "Story" bij de N.V. Internationale Automobiel Maatschappij (importeur van Studebaker). Foto H.G.L. Schimmelpenningh, 1941

 


Dit artikel is onderdeel van een reeks artikelen gepubliceerd in Den Haag Centraal, geschreven door (oud) medewerkers van het Haags Gemeentearchief.

Auteur: Henk Duits