Op de hoek van de Lange Poten en het Plein staat sinds 1883 een rijksgebouw dat oorspronkelijk het ministerie van Justitie huisvestte en tegenwoordig bij het Tweede Kamercomplex hoort. Van 1637 tot 1876 stond op deze plaats het woonhuis van Constantijn Huijgens (1596-1687), dichter, diplomaat, geleerde en componist.

Het huis van Huijgens, 1875, maker Maurits VerveerHet huis van Huijgens, 1875, maker Maurits Verveer

Bemoeial Huijgens

Met de bouw van zijn huis aan het Plein bemoeide Huijgens zich intensief, maar of het ontwerp in de stijl van het Hollandse classicisme aan hém toegeschreven moet worden of aan de architect Jacob van Campen is tot op heden niet vast komen te staan.

100 jaar familiebezit

Huijgens’ echtgenote Suzanna van Baerle maakte de verhuizing naar het Plein net niet mee. Zij overleed op 10 mei 1637, kort na de geboorte van hun vijfde kind. Nadat in 1642 zijn buitenhuis Hofwijck in Voorburg was opgeleverd, woonde Huijgens afwisselend op het Plein en aan de Vliet. Na de dood van Huijgens bleef het Huijgenshuis nog 100 jaar in familiebezit. De eigenaar-bewoner van 1800 tot 1827, minister van Financiën Johannes Goldberg, kocht de tuin van het Mauritshuis en breidde aldus zijn bezit uit tot de hele westzijde van het Plein. Van dit geheel werd in 1829 het Rijk eigenaar.

Huijgenshuis moet wijken

Het ministerie van Waterstaat, Nationale Nijverheid en Koloniën nam zijn intrek in het Huijgenshuis. Ernaast verrees rond 1860 nieuwbouw naar ontwerp van rijksbouwmeester W.N. Rose voor de Hoge Raad (een gebouw dat de bijnaam ‘het hondenhok’ kreeg) en het ministerie van Koloniën. Het Huijgenshuis kwam leeg te staan. De gemeente Den Haag wilde de Lange Poten verbreden en daarvoor moest het Huijgenshuis wijken. Ook het buurpand aan de Lange Poten, het 17de-eeuwse Hotel van Brunswijk, stond in de weg. De gebruiker daarvan, het ministerie van Justitie, had bovendien dringend behoefte aan meer ruimte. W.N. Rose maakte een ontwerp voor een nieuw ministerie van Justitie op de hoek van de Lange Poten en het Plein, maar na toenemende kritiek op zijn werk moest hij het veld ruimen. Uiteindelijk mocht zijn opvolger C.H. Peters het nieuwe gebouw ontwerpen.

Toch gesloopt

Pikant is dat Victor de Stuers, de ‘godfather’ van de Nederlandse monumentenzorg, over de nieuwbouwplannen adviseerde maar niet in de bres sprong voor het Huijgenshuis. Dat 17de-eeuwse pand viel in 1876 onder de slopershamer.

Het huis van Huijgens, 1875Het huis van Huijgens, 1875

Gelukkig hebben we de foto’s…

Het Haags Gemeentearchief kon twee foto’s van het Huijgenshuis aankopen, opnamen door Maurits Verveer uit 1875. Van één ervan had het archief een reproductie, de hier afgebeelde foto was geheel onbekend. Doordat het gebouw schuin in beeld is gebracht, en niet frontaal zoals bij de al bekende foto, is ook een gedeelte van het Hotel van Brunswijk zichtbaar. Het fronton van het Huijgenshuis was oorspronkelijk versierd met beeldhouwwerk en bekroond met drie vrouwenbeelden die ‘hechtheid’, ‘schoonheid’ en ‘doelmatigheid’ symboliseerden.

Voor tastbare herinneringen aan het Huijgenshuis moeten we naar Amsterdam. Twee beelden uit het huis kregen een plaats in de tuin van het Rijksmuseum, en in de zuidvleugel daarvan is de Korinthische arcade uit het trappenhuis opgenomen.


Dit artikel is onderdeel van een reeks artikelen gepubliceerd in Den Haag Centraal, geschreven door (oud) medewerkers van het Haags Gemeentearchief.

Auteur: Wim de Koning Gans