Haagse Vrijwillige Reddingsbrigade
Stoere mannen van de Haagse Vrijwillige Reddingsbrigade in jaren-veertig-badkleding. De foto suggereert dat de helden van de reddingsbrigade in actie zijn gekomen om een drenkelinge uit zee te halen. Gelukkig heeft de fotograaf een minder ernstige situatie vastgelegd. De foto is namelijk in 1948 gemaakt tijdens een zomerse demonstratie van activiteiten van strandwachten.
Meer dan 100 jaar geschiedenis
De geschiedenis van de Haagse Vrijwillige Reddingsbrigade begon in 1015. De chef-zweminstructeur van het zwembad aan de Mauritskade had in de zomer van 1915 geconstateerd dat de veiligheid op het Stille Strand, het strand vanaf de Kwartellaan tot aan Kijkduin, te wensen overliet. Met enige enthousiaste zwemmers stond hij op 28 oktober 1915 aan de wieg van de brigade. De allereerste strandwachten kregen in zijn zwembad basisinstructies voor het redden van drenkelingen. Later was in de zomermaanden jarenlang het buitenbad in het Zuiderpark favoriet.
Instructie in zwembaden
Al vóór de Tweede Wereldoorlog tot de sluiting in 1987 is ook zwembad De Regentes gebruikt voor zweminstructies. De reddingsbrigade heeft thans onderdak gevonden in het zwembad De Waterthor. Hier krijgen nieuwe brigadeleden zweminstructies, en geven andere leden gewone zwemlessen. Veel Hagenaars hebben inmiddels van brigadeleden leren zwemmen en met hun hulp een zwemdiploma behaald.
Eerste jaren bij Kijkduin
Strandwachten waren de eerste jaren na de oprichting alleen actief op het strand bij Kijkduin. Later werden de activiteiten uitgebreid tot aan Scheveningen. Na de oorlog kwamen de verhoogde uitkijkposten op het strand. Hier bewaakten de strandwachten, gewapend met verrekijkers, strand en zee. De strandposten, in de vorm zoals wij die nu kennen, dateren van 1961. In dat jaar verscheen bij Kijkduin het eerste posthuis op het strand. Op dit moment beschikken de strandwachten over vijf strandposten aan de Haagse kust.
Eerbetoon
Oudere brigadeleden doorspekken hun verhalen met herinneringen aan Tomleden, hun Tomboten of hun Tomloods. Wie of wat was Tom? Met alle Tomverwijzingen houden de mannen en vrouwen van de reddingsbrigade al meer dan negentig jaar een van de eerste strandwachten in ere. Bij een reddingspoging op 3 augustus 1919 kwam de actieve strandwacht Ernst - in de wandeling ‘Tom’ genaamd - Schildheim bij een reddingspoging in zee om het leven. Hij verdween in de golven. Elf dagen later is zijn lichaam ter hoogte van Petten gevonden. De vrienden van Tom Schildheim vonden dat de herinnering aan deze noodlottig afgelopen heldendaad binnen de reddingsbrigade moest blijven voorleven. De eerste flotteurs, de reddingsboten van de brigade, kregen daarom de naam ‘Tom’. De leden besloten latere boten op dezelfde wijze te vernoemen. De benamingen Tomloods voor de
reddingsbotenloods, Tomleden voor brigadeleden die bevoegd zijn leiding te geven bij reddingsacties en ‘De Tom’ voor het verenigingsorgaan hebben eveneens de herinnering aan de moedige redder levend gehouden.
Minder reddingen door patrouillewagens
In 1961 verscheen de eerste patrouillewagen op het strand en in 1968 de tweede wagen. Hiermee veranderde het werk van de strandwachters. Lag vroeger de nadruk vooral op het redden van drenkelingen, vanaf de komst van de wagens konden de brigadeleden intensiever de zee bewaken, waardoor het aantal reddingen verminderde.
Hulp buiten Den Haag
De hulpverlening van de reddingsbrigade beperkte zich in de naoorlogse jaren niet alleen tot de gemeente Den Haag. Tijdens de watersnoodramp in 1953 namen de Hagenaars actief deel aan reddingswerkzaamheden op de Zuid-Hollandse eilanden. In de ondergelopen Nieuwenhoornse polder slaagden de brigadeleden erin 28 mensen, waaronder een baby van drie maanden, te redden. Ook in 1995, toen Limburg en Gelderland te kampen hadden met enorme wateroverlast, hielpen de Haagse brigadeleden.
Maar de Haagse Vrijwillige Reddingsbrigade is toch vooral verantwoordelijk voor reddingen en strandbewaking direct onder de Haagse kust.
Dit artikel is onderdeel van een reeks artikelen gepubliceerd in Den Haag Centraal, geschreven door (oud) medewerkers van het Haags Gemeentearchief.
Auteur: Corien Glaudemans