Freda Josephine MacDonald werd op 3 juni 1906 geboren in St. Louis in de Amerikaanse staat Missouri. Niemand zal vermoed hebben dat deze arme kleindochter van tot slaaf gemaakten uit zou groeien tot de bekendste revuester aller tijden.

Josephine Baker in Den Haag, maker: Polygoon, 1932Josephine Baker in Den Haag, maker: Polygoon, 1932

Vroegtijdig van school

Op haar twaalfde ging ze al van school. Drie jaar later werden haar bijzondere dansmoves op de straathoeken van haar geboortestad opgemerkt en kreeg ze een baan aangeboden als danseres in de plaatselijke vaudeville. Ze vertrok naar New York waar ze als chorusgirl aan de slag ging in de Plantation Club. Ze is vier keer getrouwd geweest, maar beroemd werd ze met de achternaam van haar tweede echtgenoot, Willie Baker.

Enkel een bananenrokje

Josephine Baker kwam in 1925 in Parijs aan. Hier begon de revuedanseres haar carrière in het Théâtre des Champs-Elysées, waar ze meteen een enorme hit was. Vermoedelijk niet in de laatste plaats omdat ze vrijwel naakt – slechts gehuld in een bananenrokje – de sterren van de hemel danste. In no time was Josephine Baker een wereldster en al gauw ging ze op tournee door Europa.

Josephine in Den Haag

Op 14 augustus 1928 kwam ze aan in Den Haag. In het verslag hierover, dat op 15 augustus in de Haagsche Courant meer dan een halve bladzijde besloeg, valt te lezen wat een overweldigende gebeurtenis dit geweest moet zijn: “Nauwelijks was om kwart voor vijf de Parijsche trein binnengereden en de mare bekend geworden: Josephine Baker zit in de trein, of een zwarte mensenmassa stroomde naar de wagon waar de bagage van de beroemde revuester reeds werd aangegeven”. De aanwezige mensen bedolven haar onder de bloemen. Josephine Baker plukte koket uit haar boeketten handenvol met rozen, die ze de menigte inwierp. Het moet een gekkenhuis geweest zijn op het Stationsplein. 

Het Grand Hotel in Scheveningen kreeg Josephine als gast. Duizenden bewonderaars wilde haar handtekening en velen wilden haar fotograferen.

Nederlandstalig lied

Al deze aandacht hield haar echter niet van haar werk, want Josephine Baker zou op 15 augustus voor het eerst in Nederland optreden in de revue ‘Van Mond tot Mond’ in het Scala Theater in Den Haag. Ze zou niet alleen dansen, nee, er hoorde ook een lied bij … in het Nederlands. Als professioneel performer toog ze dan ook om twaalf uur ’s middags al naar het theater om te repeteren met het orkest, de solisten, het koor en de achtergronddanseressen. De muzikanten kregen het flink voor hun kiezen. De Charleston moest wild en snel gespeeld worden vond mevrouw Baker en toen de orkestleden het niet begrepen ging ze zelf maar achter het drumstel zitten. “Plus sauvage! Attention, sauvage... plus sauvaaaage!!”, zo gaf ze het ritme aan. Het zingen in het Nederlands was een stuk lastiger, maar is uiteindelijk toch gelukt.

Scala theater, maker: W.F. van Oosten, 1955Scala theater, maker: W.F. van Oosten, 1955

“Het Hollandse volk is niet koud”

De revue was een daverend succes. De beroemde revuester heeft later nog een paar keer in Nederland opgetreden, maar zo overweldigend als de ontvangst die eerste keer in Den Haag was, zo groots is het niet meer geweest. Den Haag bleef in haar herinnering een geweldige stad, of in – de vertaling van - haar eigen woorden: “In geen stad ben ik zo schitterend en enthousiast ontvangen als hier. Het Hollandse volk is niet koud zoals men beweert, het is een hartelijk volk”.


Dit artikel is onderdeel van een reeks artikelen gepubliceerd in Den Haag Centraal, geschreven door (oud) medewerkers van het Haags Gemeentearchief.

Auteur: Wendy Louw