De Franse revolutie woedt en ook de Republiek moet er aan geloven. Wel wordt Den Haag uitgeroepen tot stad, maar veel voorrechten zijn er niet mee verbonden. We nemen u mee in de kortste geschiedenis van Den Haag, deel 3.

1798, Volksfeest in Den Haag op 19 mei 1798 ter gelegenheid van de aanneming der staatsregeling door het Bataafse volk | Gravure Reinier Vinkeles

In de winter van 1794-1795 trokken revolutionaire Franse legers de Republiek binnen. Dat leidde tot de vlucht van stadhouder Willem V via Scheveningen naar Engeland.

De Bataafse Republiek

Het bestuur van de Republiek bleef zogenaamd zelfstandig, maar stond wel degelijk onder Frans gezag. Nederland heette toen de Bataafse Republiek, maar was in feite een provincie van Frankrijk.

De stad Den Haag

In 1806 verloor de Republiek alle zelfstandigheid. De Franse keizer Napoleon Bonaparte maakte van Nederland het Koninkrijk Holland en stelde zijn broer, Lodewijk Napoleon aan als koning. Die riep in 1806 bij een bezoek aan Den Haag tot stad uit maar veel voorrechten waren niet meer aan deze titel verbonden.

Armoede en verval

De hoge kosten van de napoleontische oorlogen, de stagnerende handel en het vertrek van het hof van koning Lodewijk Bonaparte in 1808 naar Amsterdam waren slecht voor de Haagse economie. Het inwonertal groeide niet meer en zo’n twintig procent van de bevolking was echt arm. Hele wijken raakten in verval.

Wederom regeringscentrum

Na de inlijving van Nederland bij het Eerste Franse Keizerrijk in 1810 groeide het verzet tegen de Fransen. Maar in november 1813 werd Napoleon verslagen en verlieten de Fransen de stad. Onmiddellijk hierna landde de Prins van Oranje, de zoon van de laatste stadhouder, bij Scheveningen. Hij werd in 1815 uitgeroepen tot koning Willem I en koos Den Haag weer tot regeringscentrum van het land. De hofstad was weer in ere hersteld.

Meer weten? Lees dan onze Verhalen van de Stad.