Elke twee weken vragen we een inwoner van Den Haag naar zijn of haar herinneringen aan onze stad. Wat is typische Haags, voelt thuis en mag dus niet ontbreken in ons archief? Deze keer is het woord aan Mohammed Benabbou.

Thuis in het archief met Mohammed Benabbou

Na meer dan 45 jaar werken en wonen in Den Haag, ben ik met pensioen gegaan. In mijn loopbaan heb ik verschillende functies gehad, van docent, coördinator van onderwijs, leerplichtambtenaar tot beleidsadviseur.

Ondersteuning aan gastarbeiders

In de tweede helft van de jaren 70 werkte ik parttime als docent onderwijs in eigen taal en cultuur in dienst van het Regionaal Centrum Buitenlanders (RCB). Deze stichting was een semi-overheidsorganisatie die ondersteuning bood aan de gastarbeiders die uit landen rond Middellandse Zee waren geworven.

Het RCB organiseerde allerlei ondersteunende, belangenbehartigende, sociale, culturele en maatschappelijke activiteiten, waaronder lessen in eigen taal en cultuur voor de kinderen van deze gastarbeiders. De lessen werden op paar lespunten in de stad aangeboden.

Door gezinshereniging groeide het aantal van deze kinderen gestaag, waardoor de basisscholen van verschillende dominanties kozen voor het organiseren van deze lessen, genaamd “Eigen taal en cultuur (OETC)” of later “Onderwijs in allochtone levende talen (OALT) genoemd. Op deze scholen volgenden de kinderen ook Nederlandse onderwijs. Hiervoor zijn er meer leerkrachten aangetrokken.

Om deze onderwijsstructuur in goede banen te leiden, was toen de functie ‘coördinator onderwijs eigen taal en cultuur’ gecreëerd. Ik werd voor deze functie benoemd. Mijn functie hield in dat ik vorm en inhoud moest geven aan deze onderwijsstructuur en het werk van de onderwijzers coördineerde en begeleidde.

Deze lessen werden gegeven omdat de overheid toen dacht dat deze kinderen ooit terug zouden keren naar het land van herkomst. Daarnaast was het voor de kinderen makkelijker om met hun ouders te kunnen communiceren, als ze naast het Nederlands ook eigen taal zouden leren.

Van Taza via Frankrijk naar Den Haag

Mijn ouders woonden in de stad Menkes. Inmiddels zijn allebei overleden, maar oorspronkelijk komen wij uit Taza. Daar ben ik geboren en opgegroeid. Het is een stad die ligt tussen de Atlas en Rifgebergte, dat is in het noordoosten van Marokko.

Mijn migratie bij het begin van de jaren ’70 naar Europa was voor een studie in Frankrijk. Zelf had ik familieleden die in Frankrijk woonden waarvan één van hen werkte als Frans militair. Hij heeft meegevochten in de Tweede Wereldoorlog en is toen in Frankrijk gebleven.

Weinig mensen weten dat in die tijd zo’n 70.000 Marokkaanse soldaten meegeholpen bij de bevrijding van West-Europa. De Marokkaanse soldaten werden in veel gevallen naar de meeste gevaarlijke plekken gestuurd, zoals het doorbreken van Monte Cassino. Dat deze soldaten met name ook voor onder andere de bevrijding van Nederland hebben gevochten, is ook niet bij iedereen bekend.

Jaarlijks herdenken wij deze soldaten die een heldhaftig aandeel hadden in de bevrijding van West-Europa in de Tweede Wereldoorlog.

Het is nadat - mede dankzij de Marokkaanse bergdivisie - de Gustav-linie in Italië in 1944 was doorbroken, de Marokkaanse soldaten zich hebben aangesloten bij de geallieerden om via Frankrijk en België naar Nederland op te rukken. Velen van hen zijn gedood en liggen begraven op verschillende begraafplaatsen in Frankrijk en België. Onder andere in de Erebegraafplaats van Kapelle.

De diverse Haagse samenleving

Via kennissen in Nederland kwam ik eind jaar 1973 in Den Haag terecht. Al vanaf het begin zet ik mij in voor belangbehartiging en voor de bevordering van de participatie van de Marokkaanse gemeenschap aan de ontwikkeling van de stad.

In samenwerking met Regionaal Centrum Buitenlanders en de verschillende zelforganisaties is er toen een Adviesraad Buitenlanders in het leven geroepen die als gesprekspartner voor de gemeente fungeert. Er is toen een aantal centra opgericht die als trefpunten voor de migranten fungeerden en waar zij hun culturele en maatschappelijke activiteiten organiseerden.

Zoals ‘Casa migrantes’ voor Spanjaarden, Italianen en Portugezen die nog functioneert en centra voor de Turkse en Marokkaanse gemeenschappen, allemaal in de Korte Lombardstraat.

Ik woon nu al 20 jaar in het stadsdeel Haagse Hout. Ik ben altijd wel betrokken geweest bij het diverser maken van onze Haagse samenleving. Zeker nu dat ik al een paar jaar geleden met pensioen ben gegaan. Ik zit in verschillende plaatselijke en landelijke maatschappelijke en religieuze besturen.

In de afgelopen jaren heb ik mij hard gemaakt voor het realiseren van een Marokkaanse fontein op het plein waar het nieuwe Amare komt te staan en voor het realiseren van een islamitische begraafplaats in Nederland. Inmiddels is de begraafplaats al gerealiseerd, daar liggen nu Nederlandse Marokkanen die tijdens de coronapandemie zijn overleden en die niet naar het land van herkomst gerepatrieerd konden worden.


Leuk artikel? Lees meer over Thuis in het archief of een van de andere gastblogs.

Wilt u met uw verhaal ook bijdragen aan de geschiedenis van Den Haag en al haar wijken? Neem dan contact op met het Haags Gemeentearchief via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken., een van onze medewerkers neemt dan contact met u op.