Tussen 1991-2000 legde Fred van Kan een databestand aan over de Haagse lokale bestuurselite in de middeleeuwen. Tot voor kort stonden deze gegevens op een aparte website, nu zijn ze hier gebundeld in een document, blijvend beschikbaar voor iedereen die onderzoek doet naar de Haagse geschiedenis.Publicatie Prosopografische gegevens van de lokale Haagse politieke elite tot in 1572 | Foto: archiefmateriaal in de studiezaal7 1

Met het beëindigen van de aparte website 'haagseelite' eind 2019, verdwenen ook waardevolle gevens over de Haagse lokale bestuurselite in de middeleeuwen online. Een gemis voor iedereen die onderzoek doet naar de geschiedenis van Den Haag. Daarom besloot het Haags Gemeentearchief deze informatie aan te bieden in een doorzoekbaar document (PDF), dat hieronder kan worden gedownload.

We vroegen de heer Fred van Kan, oud-archief medewerker en samensteller van het databestand, naar zijn persoonlijke verhaal achter de tot standkoming van de zogehete prosopografische* gegevens van de lokale Haagse politieke elite tot in 1572.

* de prosopografie (ook wel collectieve biografie of historische sociografie) is een deelstudie binnen het vakgebied van de geschiedschrijving die gemeenschappelijke kenmerken beschrijft van een bepaalde maatschappelijke groep mensen, zoals beroep, inkomen, sociale afkomst, stand, woonplaats.


Fred van Kan:

"In de jaren 1991-1997 was ik werkzaam bij het Haags Gemeentearchief. In die periode heb ik, naast mijn managementstaken als afdelingshoofd, onderzoek gedaan naar de Haagse elite in de middeleeuwen.

Het doen van wetenschappelijk onderzoek was destijds een vast onderdeel van de werkzaamheden van de archiefambtenaren. Dit was gebaseerd op in 1979 door de gemeente goedgekeurd beleid.

20% van je tijd aan onderzoek

Omdat Den Haag geen universiteit kende, werd aan het gemeentearchief opgedragen om te zorgen dat er toch wetenschappelijke publicaties over de Haagse geschiedenis het licht zouden zien; daartoe werd de formatie uitgebreid, zodat de daarvoor geschoolde ambtenaren 20 procent van hun tijd aan onderzoek zouden kunnen besteden. Soms werden deze uren gebundeld voor het tot stand brengen van een bijzondere uitgave, zoals "Den Haag zoals het was".

Toen ik in 1991 bij het Haags Gemeentearchief begon, was het nog geen drie jaar geleden dat ik in Leiden promoveerde op de geschiedenis van de Leidse middeleeuwse elite. Eliteonderzoek zat mij toen zo ongeveer in de genen en omdat er over de Haagse stedelijke bestuurders nauwelijks iets bekend was, opperde ik om daar onderzoek naar te doen.

Nostalgie

Op de achtergrond speelde ook een tikje nostalgie. Als jongetje van tien maakte ik lijsten van Europese koningen, Hollandse graven, stadhouders en al wat in een lijst viel te vangen. Als ik met mijn ouders van het Bezuidenhout naar Scheveningen fietste, op weg naar het strand, dan passeerden we het Benoordenhout met straatnaambordjes waarop Haagse bestuurders met hun data prijkten zoals Van Zaeck, Van Montfoort en Ruychrock. Ik probeerde dan een of meer namen te onthouden en zette die thuis op een lijstje, maar veel werd het niet.

Maar nu kreeg ik bij het gemeentearchief in de jaren 1992-1995 de gelegenheid om de regeerders uit oude tijden voor het voetlicht te brengen. Een publicatie over de politieke elite was het einddoel, maar om daartoe te komen legde ik een prosopografisch databestand aan over de Haagse lokale bestuurselite in de middeleeuwen. Als eindpunt hield ik 1572 aan, toen als gevolg van de Opstand de bestuurssamenstelling ingrijpend wijzigde.

Van nut voor onderzoek

Ook na mijn vertrek bij het archief bleef ik het bestand regelmatig aanvullen. Dat deed ik tot in 2000; dat wil niet zeggen dat er geen nieuwe informatie meer gevonden zou kunnen worden. Met de enorm toegenomen digitale toegankelijkheid van bronnen zou anno 2021 het bestand zelfs fors worden aangevuld.

Maar de database zoals die er in 2000 uitzag, bood voldoende mogelijkheden voor het schrijven van het artikel, ‘De Haagse politieke elite in de middeleeuwen’, dat in het Jaarboek 2000 van Die Haghe verscheen. De voor het onderzoek bijgehouden lijsten van schouten, gasthuismeesters, geestmeesters en weesmeesters werden in 2001 gepubliceerd door het tijdschrift Ons Voorgeslacht.

Lijsten van schepenen, burgemeesters, vroedschappen en kerkmeesters waren al door gemeentearchivaris H.M. Mensonides opgesteld, die heb ik destijds aangevuld. Helaas zijn die lijsten nooit gepubliceerd.

Het databestand heb ik nooit gefatsoeneerd qua bronverwijzingen, afkortingen e.d. Maar ook in zijn ruwe vorm kunnen de verzamelde gegevens voor onderzoekers naar de Haagse geschiedenis van nut zijn."