Titanic met een Haags tintje
De Titanic is met grote zekerheid het meest bekende schip in de wereldgeschiedenis. Minder mensen weten dat de Haagse firma Mutters - sinds 1867 Koninklijke Nederlandsche Meubelenfabriek H.P. Mutters & Zoon - heeft meegewerkt aan de inrichting van dit grote passagiersschip.
Hutten van het schip Titanic ingericht door de Koninklijke Nederlandse Meubelfabriek
H.P. Mutters en Zoon, 1911. Maker onbekend
Start in 1816
In 1816 startte Johannes Mutters een kleine meubelmakerij in de Haagse Molenstraat. Ook in de zaak kwam de zoon Hermanus Pieter, de eerste in een lange rij van Mutterszonen die deze voornamen zouden gaan dragen. De degelijke meubels van Mutters vonden waardering bij veel klanten. Hermanus Pieter maakte zelfs studiereizen naar Brussel en Parijs om het meubelmakervak nog beter in de vingers te krijgen en nieuwe interieurmodetrends te bestuderen. De firma Mutters werd een begrip in Nederland en binnen enkele decennia groeide de kleine werkplaats uit tot een - voor negentiende-eeuwse begrippen - moderne meubelfabriek.
Predicaat Koninklijk
De firma speelde slim in op de vraag van de klant. Mutters leverde niet alleen stoelen, tafels en kasten, maar ook complete kamerinrichtingen, inclusief behang, tapijten of gordijnen. De faam van Mutters was omstreeks 1860 zo groot, dat er zelfs opdrachten van het koninklijk huis kwamen. Voor het paleis Noordeinde mocht de meubelzaak een deel van de nieuwe inrichting verzorgen. De koning was tevreden en Mutters kreeg misschien wel mede hierdoor het predicaat koninklijk.
De firma groeide en zocht naar een nieuw onderkomen. In 1864 betrok Mutters een winkelpand met showroom op de hoek van de Kneuterdijk en de Hartogstraat. De werkplaatsen verhuisden naar een nieuwe wijk buiten het centrum van Den Haag in het pas aangelegde Zeeheldenkwartier. Hier werkten omstreeks 1870 bijna honderd arbeiders.
Eerste opdracht voor de scheepsvaart
In 1888 kreeg de meubelfabriek de eerste opdracht voor de bouw van een scheepsinterieur. Voor het vrachtschip Rozenburg van de Holland-Amerikalijn vervaardigde Mutters met succes het luxe interieur van de kajuit. De firma kreeg hierna opdrachten voor de inrichting van passagiersschepen.
In 1896 besloot de Holland-Amerikalijn de Rotterdam in Belfast te bouwen op de werf van Harland & Wolff, een van ’s werelds grootste scheepsbouwers. Ook Mutters werd bij de bouw ingeschakeld. In Den Haag vervaardigden de timmerlieden de kleinere onderdelen en meubels. Vervolgens reisden ze naar Noord-Ierland om daar het passagiersschip af te timmeren. Er ging tijdens de bouw veel mis. Vooral de gebrekkige kennis van het Engels van de Haagse arbeiders leverde aanvankelijk tal van problemen. Het eindresultaat zorgde er echter voor dat internationaal de naam van Mutters in de bouw van scheepsinterieurs was gevestigd. Ook Harland & Wolff zag de kwaliteiten van Haagse firma.
Interieur voor de Titanic
In 1910 kreeg de meubelfabriek van de Ierse scheepsbouwer, namens de rederij White Star, het verzoek mee te helpen aan de interieurbouw van de zusterschepen Olympic, Gigantic en Titanic. In de jaren nadien verbleven vele Haagse arbeiders in Belfast om aan deze schepen te werken. Voor de Titanic verzorgde Mutters de inrichting en de betimmering van 24 luxe hutten. Op de foto is de zogenaamde ‘Luxe Cabin Modern’ te zien die door de firma Mutters voor de Titanic is ingericht. Ook leverde de meubelfabriek meubels voor de receptie, de veranda, de palm-court (de gezelschapszaal), de rooksalon en het eerste klas privé-dek van de Titanic.
Meubilair voor het schip Titanic, 1911. Maker onbekend
Ook goed voor andere Haagse bedrijven
De orders van Mutters waren ook profijtelijk voor andere Haagse bedrijven. In opdracht van Mutters maakte bijvoorbeeld de Koninklijke Nederlandsche Mandenfabriek W.F. van Vliet alle rieten meubels voor de Titanic en het zusterschip de Olympic.
Hermanus Pieter Mutters bezocht Belfast verschillende malen om de vorderingen van de bouw te volgen.
Ontkomen aan de ramp
Op 31 mei 1911 was hij aanwezig bij de tewaterlating van de Titanic. Voor de maiden voyage van het schip had hij echter geen uitnodiging ontvangen. Mutters verklaarde in april 1912 aan de pers dat hij vast zou zijn bezweken voor het aanbod en vermoedelijk de scheepsramp niet zou hebben overleefd.
Het verhaal is bekend: op 2 april 1912, verliet de Titanic de havens van Belfast voor de eerste reis en voer naar Southampton waar de meeste passagiers aan boord kwamen. Op 10 april 1912 ging de zeereis van de Titanic verder richting New York met meer dan 2200 bemanningsleden en passagiers aan boord. In de nacht van 14 op 15 april 1912 vond de ramp plaats, de Titanic raakte een ijsberg en zonk vervolgens binnen drie uren. De ondergang van de Titanic resulteerde in de dood van meer dan 1500 passagiers. Het is tot op heden een van de grootste scheepsrampen in vredestijd.
Contracten bleven bestaan
De contacten van de firma Mutters met Ierland en scheepsbouwer Harland & Wolff werden na de ramp niet verbroken. In 1913 was Mutters vaak op de werven in Belfast te vinden om te adviseren over de inrichting en betimmering van de grote stoomschepen de Gigantic - in 1912 omgedoopt tot Britannic - en de Statendam. Op 8 juli 1913 kreeg de firma Mutters in Den Haag hoog tegenbezoek. Op deze dag kwamen Lord William James Pirrie, eigenaar van de firma Harland & Wolff en burgemeester van Belfast, en zijn echtgenote naar Den Haag om de beroemde Muttersfabriek en -showroom met eigen ogen te aanschouwen.
Auteur: Corien Glaudemans