Kerk met een ster
Wie in de weken voor kerst over de Azaleastraat richting Laan van Meerdervoort ging kon daar hoog boven de straat – als het tenminste al donker was – een verlichte ster zien schijnen. Nee, niet de Ster van Bethlehem, maar de ster van de Bethlehemkerk op de hoek van de Laan van Meerdervoort.
Laan van Meerdervoort 627, Bethlehemkerk in aanbouw. 1931, maker onbekend
Ster sinds 1931
Deze ster – bedacht door de architect en uitgespaard in het metselwerk – wordt al sinds 1931 door de kosters van deze kerk tot schijnen gebracht met lampen in de ruimte erachter: ‘een baken in de donkere stad’. Eigenlijk net als de kerk zelf, want die heeft, zoals andere (voorheen) Hervormde kerken in Den Haag, een zeer markante plaats in het Haagse straatbeeld gekregen.
Verlicht bij bijzondere gelegenheden
Niet alleen met kerst brandt deze ster. Bij bijzondere gelegenheden brandt ze ook. Bij voorbeeld een week lang, toen de kerk 60 jaar bestond in 1991 en er een feestweek was voor gemeenteleden en buurtgenoten. En ook toen op 22 juli 1931 de kerk in gebruik genomen werd. Het leek Kerst in de zomer: Dominee Te Winkel preekte over een tekst uit het kerstevangelie en de organist speelde het ‘Ere zij God’. Het avondmaalszilver dat bij die gelegenheid aan deze 10de kerk van de Haagse Hervormde gemeente werd geschonken was eveneens rijkelijk voorzien van Bethlehemsterren. Het was ontworpen door de bouwarchitect J.C. Meischke uit Rotterdam. Tenslotte was ook de naam van de jeugdvereniging van de wijkgemeente (met een meisjes ping-pongclub, reciteerclub, zangclub en toneelclub) ‘Campanula’, wat Ster van Bethlehem betekent en dit allemaal, omdat in 1928 de Centrale Hervormde kerkeraad had besloten dat de herinnering aan de in dat jaar gesloopte ‘Bethlehemskerk’ zou blijven voortbestaan. Het was vanwege het feit dat die ‘armenkerk’ van de bekende Ds. Van Koetsveld in de Breedstraat, die ooit op een tweede kerstdag was ingewijd, dat deze naam nu al 150 jaar in Den Haag bestaat, zei het dat de verbindings-S in de naam werd weggelaten.
Azaleastraat gezien naar het Azaleaplein met de Bethlehemkerk. 1932, maker onbekend
Landelijke bekendheid
Bij de ingebruikname van de kerk in 1931 sprak ook de nieuwe wijkpredikant Ds. A.K. Straatsma, die landelijk zeer bekend zou gaan worden. Zoals menig dominee schreef hij vele boeken en artikelen, maar grote bekendheid kreeg hij van de radiomicrofoon. Hij was een der eerste Nederlandse radiopastores en zijn overdenkingen voor de NCRV trokken duizenden luisteraars. Zijn toespraak van 14 mei 1940 zou de laatste radio-uitzending van een vrije Nederlandse radio zijn. Kennelijk sprak dit medium van de luidspreker hem wel aan. De door koster Japin in de toren gefabriceerde luidsprekers lieten tijdens de bezetting geluidsopnames van de geroofde klokken horen en na de bevrijding deed Straatsma in de kerkbode een oproep voor grammofoonplaten met kerstliederen om die vanuit de toren te laten horen. Wel voegde hij eraan toe “liever geen Duitse teksten”; het was tenslotte 1945!
Auteur: Frans van Rooijen