Een Haags vliegtuig
Naast de vervaardiging van meubels en interieurs hield de firma Pander zich met de bouw van vliegtuigen bezig. In 1924 begon Pander met de bouw van éénpersoons vliegtuigen onder andere voor de Koninklijke Marine. Vanaf 1927 vervaardigde Pander ook tweepersoons les-sportvliegtuigen. De Nationale Luchtvaartschool nam er een aantal in gebruik.
KLM vliegtuig De Adelaar waarvan het interieur is vervaardigd door de Koninklijke Nederlandse Meubelfabriek H.P. Mutters en Zoon 1930. Maker onbekend
Eerste vlucht
De eerste vlucht van een Nederlands sportvliegtuig naar Nederlands-Indië in 1930 was met “De Adelaar” van Pander. In 1933 kwam Pander met de S.4. De Pander S.4, het snelste Nederlandse driemotorig vliegtuig van die tijd, kreeg al snel de bijnaam “Postjager”. Het was namelijk de bedoeling dat dit vliegtuig ingezet zou gaan worden voor het postverkeer tussen Nederland en Nederlands-Indië. Het idee voor een dergelijk vliegtuig, dat in tegenstelling tot vliegtuigen van de KLM uit die tijd, geen passagiers zou gaan vervoeren maar alleen post, is afkomstig van de toenmalige reserve 2e luitenant-vlieger D.L. Asjes, vlieginstructeur bij de Nationale Luchtvaartschool.
Vlucht boven Den Haag
Zonder passagiers was er veel minder ruimte nodig en kon men de post sneller vervoeren. Asjes besprak zijn idee met T.E. Slot, vliegtuigconstructeur bij Pander. Slot ontwierp de S.4 “Postjager” die een kruissnelheid van 300 kilometer per uur moest kunnen halen.
Tijdens één van de proefvluchten vloog de Postjager op 5 december 1933 een kwartier lang met volle snelheid over Den Haag. Bij de Gevangenpoort hadden zich een paar duizend Hagenaars opgesteld, die ademloos het boven de stad rondcirkelende vliegtuig gadesloegen. Het publiek werd getrakteerd op enige duikvluchten boven de Hofvijver, waarbij het vliegtuig op de toegestane minimumhoogte vloog.
Buitenhof, belangstelling voor de Pander Postjager boven Den Haag, 1933.
Foto Fotopersbureau Gompers
Vertrek naar Indië
Op 9 december 1933 vertrokken Asjes, Geysendorffer en marconist Van Straaten vanaf Schiphol met de Postjager naar Indië. Na de tussenstop in Rome sloeg het weer om en ontstonden er problemen met één van de motoren. De bemanning besloot rechtsomkeert te maken voor een noodlanding in Zuid-Italië. Vijf dagen later werd de tocht voortgezet. Op oudejaarsdag landde het toestel op Andir bij Bandoeng. Na een niet probleemloos verlopen terugtocht, kwam het toestel op 11 januari op Schiphol aan. Men voorzag echter te veel problemen en had ook geen middelen meer om de proef met de Postjager voort te zetten. Steeds vaker hoorde men op straat het rijmpje: “Koop je meubelen bij Pander, maar ga voor je vliegtuig naar een ander!”
Rampzalige Londen-Melbourne race
De Postjager werd omgedoopt tot Panderjager en nam deel aan de Londen-Melbourne race. De bemanning bestond weer uit Asjes en Geyssendorffer, nu met Pronk als marconist.
Op 20 oktober 1934 vertrok het toestel uit Londen, samen met de Uiver van de KLM. Aanvankelijk verliep de race voorspoedig, maar bij de tussenlanding in Allahabad in het noorden van India klapte het linkerwiel naar binnen, waardoor het vliegtuig behoorlijke schade opliep.
Hoewel de eerste vier vliegtuigen de eindstreep al hadden gehaald, besloot de bemanning van de Panderjager toch door te zetten. Bij de start ging het mis. Door een misverstand bevond zich een ambulance met landingslicht op de startbaan. Tijdens het opstijgen kon Geyssendorffer de ambulance niet meer ontwijken. Het vliegtuig raakte het landingslicht en vloog in brand. De bemanning wist te ontsnappen en Asjes kon nog net op tijd de inzittenden van de ambulance redden. Van de Panderjager bleef niets over.
De moeder van Asjes vatte de hele geschiedenis in één van Asjes’ plakboeken als volgt samen: “Wat is het verschil tusschen den Panderjager vóór en ná den brand?
Vóór den brand was hij Asjes’ Hoop, nu zijn het hoopjes asch”.
Auteur: Henk Duits