5420-01 Rechterlijk archief van Stompwijk

5420-01
Rechterlijk archief van Stompwijk
Inleiding
De schout – vaak voor langere tijd – en de schepenen – telkens voor een jaar – werden benoemd door de ambachtsheer van Zoeterwoude, welk recht vanaf 1610 in handen van de stad Leiden was. Toen was het al gebruikelijk voor Zoeterwoude en Stompwijk afzonderlijke schouten en schepenen te benoemen. Dit college had in grote lijnen de volgende taken:
- rechtspraak in kleinere zaken, meestal betreffende financiële vorderingen
- boedelbeheer bij faillissementen
- sluiting van huwelijken
Daarnaast fungeerden de schout en telkens twee schepenen als registratieplek voor een veelheid aan zaken, min of meer te vergelijken met een notaris. De belangrijkste daarvan waren registratie van verkopen van onroerende goederen, waarvoor je alleen bij schout en schepenen terecht kon en de registratie van hypotheken. Verder werden ten overstaan van schout en schepenen in het openbaar boedels verkocht, kon je er terecht voor een testament en ook voor volmachten, borgtochten en voogdij. In de Franse Tijd (vanaf 1795) heetten schout en schepenen enige jaren “college van civiele justitie”.
Op 28 februari 1811 werd de “schepenbank” ontbonden, waarmee een einde kwam aan de rechtspraak op lokaal niveau. De andere taken werden overgelaten aan de burgers zelf, die daarvoor bij de notaris of bij de burgerlijke stand terecht konden.
- rechtspraak in kleinere zaken, meestal betreffende financiële vorderingen
- boedelbeheer bij faillissementen
- sluiting van huwelijken
Daarnaast fungeerden de schout en telkens twee schepenen als registratieplek voor een veelheid aan zaken, min of meer te vergelijken met een notaris. De belangrijkste daarvan waren registratie van verkopen van onroerende goederen, waarvoor je alleen bij schout en schepenen terecht kon en de registratie van hypotheken. Verder werden ten overstaan van schout en schepenen in het openbaar boedels verkocht, kon je er terecht voor een testament en ook voor volmachten, borgtochten en voogdij. In de Franse Tijd (vanaf 1795) heetten schout en schepenen enige jaren “college van civiele justitie”.
Op 28 februari 1811 werd de “schepenbank” ontbonden, waarmee een einde kwam aan de rechtspraak op lokaal niveau. De andere taken werden overgelaten aan de burgers zelf, die daarvoor bij de notaris of bij de burgerlijke stand terecht konden.
Bij de opheffing van de schepenbanken moesten de archieven worden overgedragen aan de rechtbank. Vandaar zijn ze aan het einde van de 19e eeuw overgebracht naar het Algemeen Rijksarchief en globaal beschreven. De documenten zijn in 2001 door het Nationaal Archief overgedragen aan het Gemeentearchief Leidschendam.
laatste wijziging 16-08-2024
151 beschreven archiefstukken
87 gedigitaliseerd
totaal 15.149 bestanden
Inventaris
57-65 Registers van schepenakten / scabinale akten, 1599-1803
5420-01 Rechterlijk archief van Stompwijk
1 Inventaris
57-65
Registers van schepenakten / scabinale akten, 1599-1803
Datering:
1599-1803
Uiterlijke vorm:
9 delen
laatste wijziging 06-05-2024
7 gedigitaliseerd
totaal 1.369 bestanden

laatste wijziging 16-08-2024
151 beschreven archiefstukken
87 gedigitaliseerd
totaal 15.149 bestanden
Kenmerken
Datering:
1593-1811
Beschrijving:
Inventaris van het Rechterlijk archief van Stompwijk
Archiefinstelling:
Gemeente Leidschendam-Voorburg
Omvang in m¹:
9,00
Auteur:
Nationaal Archief
Openbaarheid:
Geheel openbaar
Categorie:
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 16-08-2024
151 beschreven archiefstukken
87 gedigitaliseerd
totaal 15.149 bestanden