< Terug naar archievenoverzicht

Uw zoekacties: Hofje van Hoogelande

0008-01 Hofje van Hoogelande

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
De familie Van Hoogelande en aanverwanten
Het Hofje van Hoogelande
Geschiedenis van het archief
Inventarisatie en restauratie
Onderzoek in het archief
Literatuur en bronnen
Bijlagen
2.2 Bijlage 2: Testament van Eduard van Hoogelande
0008-01 Hofje van Hoogelande
2 Bijlagen
2.2
Bijlage 2: Testament van Eduard van Hoogelande
Verleden voor notaris Henrick Terbeeck van Coesfelt, Den Haag 20-2-1676
blz. 2 Jaarlijks inkomen van alle na te laten goederen moet ten goede van de armen komen. De zestien huisjes, reeds door hem laten bouwen, moeten bewoond worden door arme mannen of vrouwen van minstens ongeveer 50 jaar oud, waarbij een oudere voor een jongere gaat, ook al is die armer, te bepalen door regenten.
blz. 3 De bewoners van het hofje, door hem genaamd hovelingen, krijgen jaarlijks 8 tonnen turf en ongeveer 50 gulden. Jaarlijks moet 50 gulden apart worden gehouden voor wijn, specerijen of anderszins t.b.v. zieke of zwakke hovelingen, te bepalen door regenten; het overschot hiervan zal door de hovelingen op Driekoningenavond worden verteerd om die dag, tevens de verjaardag van EvH, te vieren. Als het overschot niet voldoende is dan moeten daar 3 of 4 zilveren ducatons aan toegevoegd worden. De arme hovelingen zijn zijn erfgenamen. Legaat voor zijn huishoudster Alida de Bruijn: levenslang 200 gulden/jaar, twee huisjes aan weerszijden van de grote poort onder de regentenkamer ter bewoning, het gebruik van zijn huis, hof, boomgaard en vijver te Wassenaar of de eventuele verhuur daarvan, twee obligaties van elk 100 gulden, de meubels en het huisraad in de woning te Wassenaar, uitgezonderd die welke gelegateerd zijn aan de heren De Bije en aan dienaar Jan Quant.
blz. 4 Alida de Bruijn moet zorgen dat zijn lijk in de kerk of op het kerkhof van Wassenaar wordt begraven, een graf kopen, het lijk van zijn moeder uit Leiden laten halen en daar bij begraven, het graf eeuwig laten sluiten en zij ontvangt daarvoor 50 gulden.
blz. 5 Alida de Bruijn bewaart de sleutels van de regentenkamer en zal elke maand of iedere zes weken uitdeling aan de hovelingen doen. Legaat voor zijn dienaar Jan Quant: levenslang 100 gulden/jaar en één van de huisjes gelegateerd ter bewoning aan Alida de Bruijn (huisje aan de zuidoostzijde van de poort, als hij het niet wil bewonen, blijft het aan Alida de Bruijn), zijn timmergereedschap, zijn twee wagens met toebehoren, een bed, een hoofdkussen, twee oorkussens, twee dekens, twee paar lakens, twee slopen voor de oorkussens, een kast en tafel in het huis in Wassenaar en de helft van zijn linnen en wollen lijfgoederen; de wederhelft is voor Alida de Bruijn.
blz. 6 Legaat voor nicht N. Sandelijn, vrouw van dhr. Ipelaer: levenslang 50 gulden/jaar onder voorwaarde dat dit niet in handen van haar huidige of toekomstige schuldeisers valt, eventueel te bepalen door regenten. Legaat N. Santfoort: 50 gulden. Legaat Alida, dochter van C. Herman Huijgen, zijn peetdochter: 50 gulden. Legaat Pieter en Willeboort de Bruijn, zonen van wijlen Hendrick de Bruijn, boekbinder te Rotterdam, broer van Alida: 450 gulden om hun ambachten te leren.
blz. 7 Johanna de Quavre, dochter van wijlen Johan, chirurgijn te Den Haag: levenslang 60 gulden/jaar. Geertruijd de Quavre, zuster van de voorgaande: levenslang 50 gulden/jaar. Willeboort de Bruijn moet onderhouden worden totdat hij in staat is een ambacht te leren. Maertje Huijgen, enige jaren dienstmaagd geweest: 50 gulden. Jacob Schilperoort, mr. goudsmid te Den Haag, enige jaren geleden gediend: 75 gulden. N. Smits: 100 gulden. Geraerdt de Bruijn, mr. goudsmid te Den Haag: 100 gulden.
blz. 8 Hillegondt, voorheen dienstmaagd: 25 gulden. Geerson Urgelist en zijn vrouw te Rotterdam: levenslang 100 gulden/jaar of na overlijden van één van hen 50 gulden/jaar. Jan de Bruijn, zoon van Hendrick: 200 gulden om een ambacht te leren. Maria de Bruijn, weduwe van Johan de Quavre: levenslang 50 gulden/jaar. Na afsterven van de jaarlijkse legaten zal de ontvangst de uitgave wel te boven schieten; het overschot moet aan godvruchtig werk besteed worden of om nog meer huisjes te bouwen of om armlastige Hoogelandes te helpen met een bedrag van 500 à 2000 gulden, of om zijn familie te helpen bij ongevallen en calamiteiten tot 800 gulden en bij voldoende geld ook vreemdelingen tot 200 gulden.
blz. 9 Regenten en rentmeester moeten een kist voor het geld maken met twee sloten van 3 sleutels, van elk 3 te bewaren door de regenten van de 8 westelijke huisjes en 3 door de regenten van de 8 oostelijke huisjes
blz. 10 Executeurs: mrs. Adriaen en Pieter de Bije, advocaten voor het Hof van Holland, met recht tot verkiezing en toevoeging van anderen De executeurs en regenten van het hofje hebben ieder voor hun deel het recht tot verkiezing en toevoeging van anderen, zonder inmenging van derden
blz. 11 Legaat voor de heren De Bije samen: 500 gulden Cornelis Frederick de Ridder van Groenesteijn, Cornelis Francois van Heemskerck, vrijheer van Incourt en Johan van Bemmel, heer van Bemmel, zijn neven, worden verzocht het toezicht op het hofje en de hovelingen samen met de executeurs op zich te nemen. Zij mogen hovelingen plaatsen, de neven in de 8 westelijke en de executeurs in de 8 oostelijke huisjes. Samen stellen zij een rentmeester aan, die alleen ontvangsten administreert. De uitdeling van gelden gebeurt door Alida de Bruijn, die evenals de rentmeester rekening moet afleggen aan de regenten.
blz. 12 Alida krijgt hiervoor 1%. De regenten, inclusief de executeurs, worden verzocht de rekeningen af te horen. De neven en de executeurs in kwaliteit als regenten, mogen plaatsvervangers en opvolgers aanstellen voor zichzelf.
blz. 13 De zorg voor de spaarkist en het geld voor de familie van de testateur ligt bij de vrijheer van Incourt; de rest van het geld valt onder gezamenlijk beheer. De executeurs keren de eenmalige legaten uit en verzorgen de uitvaart zoals medegedeeld aan Alida 'gantsch simpel'.
blz. 14 Het wapen van de testateur en een engel des vredes met een olijftak dienen in steen gehouwen boven de poort van het hofje te worden geplaats in de daartoe opengehouden ruimte. De executeurs moeten af en toe de huisjes bezoeken en kunnen eventueel iemand uit hun 8 huisjes verwijderen. Over de verwijdering uit een van de andere 8 huisjes adviseren zij de neven.
blz. 15 De landen, twee woningen en het hofje staan onder beheer van de regenten. Het huis c.a. van de testateur te Wassenaar moet na het overlijden van Alida bewoond worden door Geertruijdt van de Werve, zijn nicht, nu getrouwd met Cornelis de Ridder bovengenoemd en na haar overlijden door haar zoon, de heer van Incourt of zijn nakomelingen, zolang zij het hofje blijven administreren of als dat gebeurt door familie van de testateur van vaderszijde.
blz. 16 Nicht Geertruijd en haar opvolgers moeten het huis onderhouden. De pachter mag geen last hebben en houdt de grote boomgaard. Gedurende het leven van Alida worden alle reparaties betaald uit de nalatenschap van de testateur. Wanneer het huis onbewoond blijft moet men het verhuren ten profijte van de armen.
blz. 17 De heer van Incourt of zijn nakomelingen, administrerende de nalatenschap, mogen de regentenkamer gebruiken met de andere regenten na het overlijden van Alida, die levenslang het gebruiksrecht krijgt. De heer van Incourt moet t.b.v. de spaarkist nazien of er hout in de voorgeest groeit. Als de landen eventueel minder of meer opbrengen dan thans, zal de jaarlijkse uitreiking aan de hovelingen de prijs van 312 pond tarwebrood, 78 pond komijnen kaas en een achtendeel boter moeten bedragen in waren of in geld.
blz. 18 Het geld uit de spaarkist mag, wanneer er voldoende in zit, ook door de regenten aan arme mensen gegeven worden. Dirck of Hendrick Cornelisz. Overvest, pachter van het huis in Voorschoten aan de Waddingh, en zijn vrouw Annetje Cornelis en hun kinderen mogen die woning blijven huren mits ze geen korting bedingen, anders beslissen de regenten.
blz.19 Legaat kinderen Hendrick Overvest: 50 gulden. Jan Douvelingh, wonende in de Grafelijkheidsmunt te Dordrecht: 200 gulden. Catharina en Elisabeth, wonende op het Begijnhof in Delft, dochter en zustersdochter van zijn nicht Elisabeth Schilders, ieder levenslang 50 gulden/jaar plus onderstand bij ziekte of nood.
blz. 20 Kinderen van Adriaen de Bije Dircxsz of hun nakomelingen: 2 gaarden land te Raamsdonk tegenover de kerk en het recht van de testateur op een akker te Waalwijk, eigendom van de De Bijes. Kinderen van Andries de Bije Dircxsz of hun nakomelingen: 2 gaarden land in Klein waspik naast Frans Bouser. Kinderen van Geertruijt de Bije Andriesdr, gewonnen bij Jan Goose Bate, wonende in Moergestel: 200 gulden. Kinderen van Huijbert de Bije, te weten Sophia of haar nakomelingen, getrouwd met de secretaris van Waspik: 2 gaarden min een vierendeel land in Klein Waspik naast haar land. Neef Jan Seijlmans, zoon van wijlen de broer van de huidige secretaris van Waspik: 14 hond leenland aan de Dussen tegen betaling van 500 gulden aan de kinderen van Alidt de Bije of hun nakomelingen.
blz. 21 Mocht iemand vergeten zijn, familie van een zijde rakende, zoals van een voordochter van zijn moederlijke grootvader Jan Andries Conincx, dan krijgen zij hetgeen elf gaarden meer opbrengen dan de intrest van 6000 à 4 % waar die gaarden mee zijn belast, bestaande in een deel van 22 gaarden land in Klein Waspik, het zgn. Leidse land, waar het grote wiel voor ligt, te betalen gedurende 10 jaar na zijn dood; tekort wordt aangevuld, surplus is voor andere vergetenen.
blz. 22 Jan Seijlmans moet het testament aan de nakomelingen van Dirck de Bije tonen tegen behoorlijke vergoeding voor hem. Protesten doen hun legaten vervallen.
blz. 23 Bij problemen voor de executeurs door fout van Jan Seijlmans verbeurt hij de eerste keer 50 en de 2e keer 100 gulden en vervolgens het gelegateerde leenland, hetgeen nu trouwens voor de helft aan hem en voor de helft aan zijn broer T.H. Seijlmans, secretaris van Waspik, wordt gelegateerd. Voor de betaling van de legaten mag geld geleend worden. Ontvanger van de inkomsten van zijn nalatenschap wordt Gerardt de Bruijn, broer van Alida, mits rekening afleggende aan de regenten als zij in Den Haag zijn en tegen salaris.
blz. 24 Juliaen de Quavre, zoon van voorn mr Johan: levenslang 50 gulden/jaar.
Codicillen:
10-3-1676: Willebort de Bruijn, zoon van Hendrick, moet onderhouden worden totdat hij een ambacht kan leren.
12-3-1676: Jan Pietersz. mijn dienaar, 25 guldens jaarlijks meer dan hij al gelegateerd heeft gekregen.
1-5-1676: zusters of broers van Alida mogen tijdens of na haar leven als zij dat willen de kamer boven de poort en de twee huisjes, door mij bewoond geweest, hun leven lang bewonen.
7-8-1676: Geersom en zijn vrouw mogen het legaat van 100 gulden behouden tot de dood van de langstlevende.

Kenmerken

Datering:
(1468) 1676-1960 (1987)
Beschrijving:
Inventaris van het archief van de Regenten van het Hofje van Hoogelande in Den Haag
Omvang in m¹:
6,625
Auteur:
R. Grootveld (1993)
Openbaarheid:
Geheel openbaar