Een winter om nooit te vergeten
De winter van 1962-1963, de strengste van de 20e eeuw, begon in november en duurde tot maart! De temperatuur in januari was overdag tussen de -5 en -7 graden en daalde in de nacht zelfs naar -15.
Strand ter hoogte van het Palace Hotel, bedekt met ijsschotsen op de achtergrond de Pier. 1963, maker A.M.J. de Haan
Bevroren IJsselmeer
Op 18 januari werd in Friesland de Elfstedentocht verreden en de uitslag is allen bekend: Reinier Paping won deze tocht onder barre omstandigheden. Het IJsselmeer was bevroren en er werden zelfs autorally’s op gehouden. De Waddeneilanden waren dagenlang afgesloten van de buitenwereld.
Tennisbanen als schaatsbaan
In Den Haag werd volop geschaatst op vijvers en plassen. Daarnaast werden ook tennisbanen als Berg en Dal, de Bataaf, Hanenburg en de Metsbanen opgespoten zodat deze konden dienen als ijsbaan. In schoolpauzes verruilden leerlingen het schoolplein voor de sloten in de omgeving om met schaatsen aan snel een rondje te maken. In Scheveningen kon men een bizar schouwspelwaarnemen: er lagen ijsbergen op de Noordzee. De kust veranderde in een plaatje dat niet zou misstaan op Spitsbergen of het Poolgebied.
Hoge kosten
De lage temperaturen brachten niet alleen pret mee. De kosten voor verwarming rezen in deze maanden de pan uit. Hoewel kolenhandelaren in diverse andere plaatsen in Nederland te kampen hadden met tekorten, bleef in Den Haag de situatie wat dat betreft goed. Wel stonden inwoners vaak lange tijd in de ijzige kou te wachten bij de kolenhandel voor zij met een volle zak kolen naar huis konden gaan.
Een zeldzaam verschijnsel langs de Nederlandse kunst is het bevriezen van het schuim van de branding. Op sommige plaatsen ligt het ijs ruim een meter dik zoals hier in Scheveningen. 1963 maker Nationaal archief
Gesprongen leidingen en bevroren tramrails
Ook de HTM en Reinigingsdienst hadden veel last van de lage temperaturen en de zware sneeuwval. Veel waterleidingen waren door de vorst gesprongen. In de eerste nacht van 1963 sprongen maar liefst 175 waterleidingen en 20 watermeters. In de koude weken die daarop volgden zou dit aantal nog oplopen met enkele duizenden!
De HTM kampte met vertragingen en uitval van diensten door bevroren rails en wissels en onbegaanbare wegen door de sneeuwval. Toch bleef in Den Haag de dienstregeling, in aangepaste vorm, van kracht. In andere delen van het land, waar de temperaturen en weersomstandigheden nog extremer waren, vielen diverse diensten uit en kwam het openbaar vervoer soms langdurig stil te liggen.
Burgerplicht
De Haagsche Courant maakte ook melding van de uitvoering van een burgerplicht. Bij sneeuwval waren bewoners van Den Haag verplicht om de stoep voor hun huis begaanbaar en sneeuwvrij te houden. (In een aantal Nederlandse gemeente is deze verplichting nog steeds opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening.) Een veel gebruikt middel was om de as uit de asla van de kolenkachel over het stoepje heen te gooien. Sneeuwschuiven of zout strooien kon natuurlijk ook.
Echter lang niet iedereen hield zich aan dit gebod. De krant deed een rondje langs een aantal gemeentelijke coryfeeën: Burgemeester Kolfschoten en directeur Taselaar van de Reinigingsdienst hadden hun zaakjes goed geregeld en hielden hun stoep keurig sneeuwvrij. Hoofdcommissaris Gualthérie van Weezel had het zwaar: zijn stoep woei door zijn ligging steeds weer onder het stuifsneeuw. Wethouder Dankelman had er echter een potje van gemaakt.
Hier was de stoep alles behalve sneeuwvrij en de krant vroeg zich hardop af of er voldoende geprobeerd was.
Dit artikel is onderdeel van een reeks artikelen gepubliceerd in Den Haag Centraal, geschreven door (oud) medewerkers van het Haags Gemeentearchief.
Auteur: Maarten Schenk