Als iets strak is georganiseerd, dan is dat wel het ceremonieel op Prinsjesdag: alles stijf van protocol en veiligheid. Toch leek Prinsjesdag 1963 bijna uit te lopen op een ‘wereldschokkende’ tragedie. 

koetsenbotsing in de caleche, Prinsjesdag 1963, fotograaf Walter de MaarIn de caleche, Prinsjesdag 1963, fotograaf Walter de Maar

Prachtig weer

Aan het weer lag het niet. Het beloofde die 17e september de mooiste Prinsjesdag van de eeuw te worden: een stralend blauwe hemel, een koesterende zon die het publiek bij duizenden naar de binnenstad lokte. Druk werd het vooral op het Lange Voorhout, bij het paleis waar de koninklijke familie naar buiten zou komen voor de korte rit naar het Binnenhof. Militairen stonden er stram in de houding, de luchtmachtkapel blies op het fonkelend koper, glanzende paarden trappelden en briesten, het publiek wachtte in feeststemming. 

Paard in paniek

Even voor één uur kwamen drie prinsessen te voorschijn: Beatrix in iets zalmkleurigs, Irene in lila en Margriet in felgroen. Een met vier paarden bespannen calèche reed voor en daar vertrokken ze, onder klaterend applaus. De koets maakte een draai om het schelpenpad op te rijden. Plotseling raakte het achterste paard rechts in paniek. Het begon wild te steigeren. De voorste paarden schrokken, zwenkten naar rechts en botsten meteen tegen een stevige boom. Eén paard raakte bekneld en viel, samen met de daarop zittende postiljon, de disselboom knapte als een luciferhoutje. 

Alom consternatie, toeschietende dignitarissen, politie en lakeien. Ze hielden met moeite de schichtige paarden in bedwang, de calèche bleef overeind. 

Koetsenbotsing Prinsjesdag 1963, fotograaf Walter de MaarKoetsenbotsing Prinsjesdag 1963, fotograaf Walter de Maar

Bleekjes klommen de drie prinsessen uit het zwaar gehavende vehikel, Beatrix flauw glimlachend, Irene en Margriet geschrokken. Onder het handgeklap van opgelucht publiek en voorafgegaan door een zichtbaar ontstelde stalmeester Bischoff van Heemskerck, liepen ze naar de Gouden Koets, waar ze van ‘pappa’ Bernhard een lift kregen. Eind goed, al goed. 

Prinsessen stappen in de gouden koets 1963, fotograaf Walter de MaarPrinsessen stappen in de gouden koets 1963, fotograaf Walter de Maar

Natuurlijk werd het incident hierna breed uitgemeten in de media. Hoe had het kunnen gebeuren? En vooral: wat had er niet allemaal méér kunnen gebeuren? Wat, als de paarden op hol waren geslagen en de calèche in woeste galop over het Voorhout hadden meegesleurd? De postiljon was er vanaf gekomen met een lichte knieblessure, maar wat als hij door het schichtige ros was verpletterd en verbrijzeld? Hoe had het zover kunnen komen: hadden ze de paarden niet laten wennen aan geluiden, applaus, muziek en knallen? De Haagse Post wist te melden dat het steigerende paard al eerder tekenen van onrust had vertoond, met schuim op de bek en nerveus schrapende hoeven. Er was maar één verklaring mogelijk: zonnesteek! Hadden niet meer paarden in de stoet zich bizar gedragen, toen ze tijdens de troonrede op het Binnenhof wachtten, trappelend, schuimbekkend, zwaaiend met het hoofd? Een markante observatie. Meer vertelt de geschiedenis niet. 


Auteur: Maarten van Doorn