Lezing: De 18e eeuwse Haagse elitecultuur
De Nederlandse Republiek raakte in de achttiende eeuw in het slop, maar Den Haag leefde juist op. Nadat in 1747 de stadhouders terugkeerden in de Hofstad, was het hier een komen en gaan van hovelingen, ambtenaren en diplomaten. Jetze Touber neemt u mee in de wereld van de Haagse elite van de 18e eeuw.
Deze lezing vindt plaats op donderdag 20 maart 2025 van 17.30 - 18.30 uur, bij Podium B, 5e etage Centrale Bibliotheek aan het Spui. De toegang is gratis, wel moet u zich opgeven.
**Aanmelden is niet meer mogelijk**
Stuiptrekkingen van de goede smaak
Bestuurders ontvingen elkaar tijdens soirees met conversatie en muziek. De eerste musea openden hun deuren. Internationale reizigers deden Den Haag graag aan: Casanova, Diderot, Beethoven, Mozart. De Haagse regenten maakten deel uit van een kosmopolitische elite. Maar hoe ze zichzelf en de wereld zagen, weten we eigenlijk niet goed. Historici hadden later namelijk meer oog voor het revolutionaire gedachtengoed, de verlichte ideeën en de maatschappijkritiek uit deze periode, dan voor het conservatisme en het orangisme dat de Haagse elite veelal kenmerkten. Daardoor zijn deze Haagse regenten van de late achttiende eeuw wat aan de aandacht van de geschiedschrijving ontsnapt. Toch is het de moeite waard eens na te gaan hoe de Haagse elite tussen 1750 en 1790 keek naar zichzelf en naar haar plek in de wereld. De Haagse regent was een dilettant die verstand had van kunst, wetenschap en filosofie, zonder dit van de daken te schreeuwen. In deze lezing kijken we naar de klassieke idealen die in de pruikentijd heersten rond het Binnenhof.
In 1771 zijn in Arendsburg diverse Romeinse schatten opgegraven. Op deze gravure een onder andere een metalen hand, een zegelring, en een Romeine munt
Jetze Touber
Jetze Touber heeft zich toegelegd op de cultuur- en ideeëngeschiedenis van West-Europa in de Renaissance, Barok en Verlichting. Na zijn promotie (Groningen, 2009) heeft hij tien jaar gewerkt in historische onderzoeksprojecten aan de universiteiten van Utrecht, Amsterdam en Gent. Onderwerpen die hij bestudeerde waren onder meer de heiligenverering in zestiende-eeuws Italië, bijbelstudie in zeventiende-eeuws Nederland, en kennisuitwisseling tussen geleerden in achttiende-eeuws West-Europa. Op dit moment is hij werkzaam bij de Koninklijke Nederlandse Akademie der Wetenschappen.