

De vliegtuigen wierpen vierenvijftig bommen af die vooral naast het doel terechtkwamen. Op het W.S.M.-emplacement vielen vijf bommen die vijftig meter rails vernielden. In de naastgelegen woongebieden werden twee huizen – Burgemeester Hovylaan 83 en Quarlesstraat 1 – totaal verwoest en twee – Viandenstraat 17 en 19 – zwaar beschadigd. De meeste bommen vielen in tuinen langs de Houtweg. Op het naast het W.S.M.-complex gelegen terrein van de Loosduinse Groenteveiling werden vier pakhuizen totaal vernield. Daar vielen de meeste van de slachtoffers. Bij dit bombardement vielen zes doden, zeven zwaar- en zes lichtgewonden.

Jurriaan Wouters is initiatiefnemer van het project dat in 2021 is gestart. Hij wil een gedenkbordje voor alle mensen afkomstig uit het Bezuidenhout die door oorlogsgeweld sinds 1940 zijn omgekomen.
Den Haag kent een jaren lange traditie als het gaat om de kerstbomenjacht en het organiseren van vreugdevuren rondom de jaarwisseling. De eerste kerstbomen werden verbrand vanaf de jaren '50. In de jaren '80 gingen niet alleen kerstbomen op het vuur, maar ook autobanden, matrassen, meubilair en alles wat maar los en vast zat in de wijk. Er ontstond een heuse strijd tussen de Haagse wijken onderling. Al ver voor kerst begon men al met het verzamelen van de kerstbomen. Deze werden opgeslagen in schuurtjes, kelders en achtertuinen. Het was een sport om elkaars kerstbomen te stelen.
Begin jaren '90 begon de gemeente met georganiseerde vreugdevuren waarvoor zandplaten op de kruisingen werden gestort en de brandstapels niet meer dan kerstbomen en pallets mochten bevatten. Ook de omvang werd gecontroleerd door aanwezige wijkagenten. 10 jaar later werd de weg ingeslagen om de traditie af te bouwen en jaarlijks vreugdevuren die uit de hand liepen het jaar erop definitief te verbieden. Tegenwoordig kent Den Haag nog maar 2 vreugdevuren (Duindorp en Scheveningen) en is de jacht en het 'rausen' voorgoed geschiedenis.
Documentairemaakster Anita Janssen: “Ik groeide op in de Schilderswijk en in de dagen tussen kerst en oud en nieuw begonnen de jongens uit de buurt kerstbomen te rausen. Gewapend met stokken en fietskettingen gingen ze bloedserieus andere wijken te lijf om zoveel mogelijk kerstbomen, autobanden en oude meuk te verzamelen. Op Oudjaarsavond zorgde dat voor enorme vuren op iedere hoek van de straat.”
Het beeldmateriaal in deze documentaire is afkomstig van particulieren, Lokatel en het You Tube kanaal Haagse kerstbomenjacht. Geïnterviewden:
- Patrick Rijkers, duivenmelker
- Ben Tichem, wijkbeheerder en woningbouwvereniging
- Danny Steen, chauffeur
- Pierre Heijnen, oud-wethouder sociale zaken
- Bep van Zanten, verpleegkundige
- Guus Vink, productbeheerder overheid
- Rachid Kadrouch, theater De Vaillant
- Ruub Petow, voormalig bureauchef politie
- Paul van den Houdt, cv onderhoudsmonteur
- Jos van Leeuwen, fotograaf sinds 1965
- John Martienus, grafisch medewerker
- Jeanette Oude-Nijhuis, gepensioneerd
Rechten: Omroep West

Op deze dag is de boom omgewaaid. Zaailingen van de boom worden nu overal op de wereld geplant. De Anne Frank Stichting had met toestemming van de eigenaar kastanjes laten rapen, opkweken en verspreiden. Onder andere in de gemeentekwekerij van Den Haag. Hierdoor kunnen inmiddels grote bomen geplant worden. In Den Haag zijn bomen geplant bij de synagoge van de Liberaal Joodse Gemeente in Den Haag, de Anne Frankschool aan de Beresteinlaan 267, de stadsboerderij Landzigt in Leidschenveen, bij de Nutsschool aan de Laan van Poot in Den Haag en in 2020 bij het Vredespaleis.
De verspreiding van de stekken van de Anne Frankboom is een initiatief van de Anne Frank Stichting.
Rubbingh was betrokken bij het rapen en stekken van de nakomelingen van de oorspronkelijke witte paardenkastanje in Amsterdam.


Een hoogtepunt van alle bevrijdingsfeesten was de bevrijdings- of overwinningsparade van maandag 21 mei 1945. Onder grote publieke belangstelling paradeerden eenheden van het First Canadian Army begeleid door eenentwintig militaire muziekkorpsen (vijf Brass Bands en zestien Pipe Bands), tanks en pantserwagens in de stromende regen over de Laan van Meerdervoort naar het De Savornin Lohmanplein. Vliegtuigen van de Royal Air Force vlogen over. Op het plein namen onder anderen prins Bernhard, de Canadese generaals H.D.G. Crerar en C. Foulkes, de Poolse generaal S. Maczek en burgemeester De Monchy en zijn echtgenote de parade af.
Het is de bedoeling jaarlijks de bloemperken in de vormen en kleuren van de Nederlandse en de Canadese vlag te laten terugkeren. Bij de plaquette is een maple |(esdoorn) geplant om de Canadese bevrijders van Den Haag te eren. De uitvoering van de plaquette is gedaan door steenhouwerij De Gedenkgroep in Wateringen. Ontwerp van de bloemperken is van Wervelingen Groenproviders.








- Nationaal Monument op de Dam in Amsterdam: op 4 mei 1956 onthuld ter nagedachtenis aan de Nederlandse oorlogsslachtoffers
- De Dokwerker: monument in Amsterdam, in 1951 onthuld ter herdenking van de febrauaristaking van 25 februari 1941, als protest tegen de vervolging van Joden
- standbeeld Wilhelmina: monument in Den Haag, in 1968 opgericht als symbool voor het verzet
- Indisch monument in Den Haag, in 1988 opgericht ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de Japanse bezetting in Nederlands-Indië





Het ontwerp van de plaquette is afgeleid van de gedenkstenen van het Haags Gemeentearchief.
In 1968 ontving Paré voor haar verzetswerk een onderscheiding van Yad Vashem.

Van 1932 tot 1941 diende hij als consul-generaal op de ambassade van Roemenië in Berlijn. Karadja verafschuwde de antisemitische politiek van de Duitsers en trachtte de Roemeense Joden in Duitsland te beschermen. Direct na de Kristallnacht (9-10 november 1938) deed hij verwoede pogingen om de bezittingen van Roemeense Joden in Duitsland te beschermen. In berichten aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken in Boekarest meldde hij dat het de plicht had Joden te beschermen in naam van het Internationaal Recht en het universele principe van de Mensenrechten.
Ook weigerde Karadja in paspoorten van Joodse Roemenen de letter J te laten opnemen. Gedurende de hele oorlog heeft hij geprobeerd Roemeense Joden in het buitenland te redden. Naar schatting heeft hij 51.000 Joden uit Duitsland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije en Italië het leven gered.
In 1950 overleed Karadja. Zijn gehele werkzame leven heeft hij de mensenrechten verdedigd.
On 15 September 2005 kreeg Constantin Karadja posthuum de Yad Vashem-onderscheiding ‘Righteous Among the Nations’.



