Haagse Hout, van oudste nieuwe wijk en bombardement tot herontwikkeling
Den Haag is sinds 1988 verdeeld in 8 stadsdelen. Hoe zijn deze stadsdelen ontstaan en hoe hebben ze zich ontwikkeld tot wat ze nu zijn? Dit keer over Haagse Hout met de wijken Benoordenhout, Bezuidenhout en Mariahoeve en Marlot.
De oude benaming voor het huidige Haagse Hout is 'Die Haghe Houte'. Het Haagse Bos verdeelt deze wijk in tweeën: Benoordenhout en Bezuidenhout (inclusief Mariahoeve en Marlot). De wijk ligt bij het centrum, tussen de Koningskade, de Raamweg, het Hubertuspark, de kazerne en duinen (Waalsdorperweg), de grens met Wassenaar, het Haagse Bos en het Malieveld.
Het Benoordenhout
Het Benoordenhout bestaat uit 7 buurten. Dat zijn: Uilennest, Van Hoytemastraat e.o., Nassaubuurt en de voormalige buitenplaatsen Arendsdorp, Waalsdorp, Duinzigt en Clingendael. Tot 1884 hoorde bijna het hele gebied bij Wassenaar. Het eerst worden hier de Haagse Diergaarde (1863) en het Nassaukwartier (1894-1902) gebouwd.
Bedrijven en instellingen
Door de goede lokatie was de wijk aantrekkelijk voor de vestiging van kantoren, zoals die van de Nederlandsch-Indische Spoorwegen (1915) en de B.I.M. (Shell). Ook verrees hier het eerste woonhotel van Den Haag, Huize Boschzicht (1920). Tegenover het Malieveld verrees de ‘Petrolea (1921). De Frederik- en inmiddels afgebroken Alexanderkazerne naar ontwerp van H.P. Berlage dateren van 1938.
In de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw maakte de dierentuin plaats voor het Provinciehuis en het kantoor voor Rijkswaterstaat. In 1996 wordt een deel van het Benoordenhout aangewezen tot beschermd stadsgezicht. Op 19 november 2003 wordt de Noordelijke Randweg Haaglanden (N14), met de Sijtwendetunnel, geopend. Sinds december 2015 is het Internationaal Strafhof (International Criminal Court/Cour Pénale Internationale, ICC/CPI) in het Benoordenhout gevestigd op de plek waar eerst de Alexanderkazerne stond.
Het Bezuidenhout
Het gebied dat later het Bezuidenhout zou gaan heten, lag in de middeleeuwen in het ’Heerenveen’, later Bezuidenhoutsche Veenpolder genaamd. De oudste bebouwing in het Bezuidenhout stond langs de Bezuidenhoutseweg. Op verspreide plekken stonden buitenplaatsen en boerderijen zoals Boschlust, Huis Ter Noot, Willemsburg, Louisenburg, Zuiderbosch, Zandvliet en De Kleine Loo, Huis ter Lap en Carolinenburg. Ook waren er langs de Bezuidenhoutseweg enkele herbergen waaronder Nieuw Oost-Inje, Het Bonte Koetje en Het Rad van Avontuur.
Van kleinschalige bebouwing naar woningbouw
Vanwege de groei van het aantal woningen langs de Bezuidenhoutseweg, werd rond 1730 de ‘Bezuidenhoutsebuurt’ opgericht. Door de bouw van Station Staatsspoor (1878) werd het gebied aantrekkelijk voor woningbouw. De nieuwe bebouwing op de plek van het in 1863 gesloopte Huis ter Noot wordt als start van de wijk gezien. De planmatige ontwikkeling begon pas na 1895 met een uitbreidingsplan van Lindo. Van 1915-1940 is de wijk volgens het plan van Berlage aangelegd.
Bombardement en wederopbouw
Het bombardement van 3 maart 1945 heeft het Bezuidenhout voor een groot deel verwoest. Het wederopbouwplan van 1962 wordt leidend. De herstel- en herbouwwerkzaamheden duren zo’n 60 jaar.
Na de bouw van het nieuwe station (1975) ontstaat een winkel- en kantorencentrum, het inmiddels herontwikkelde nieuw Babylon, met onder meer het ministerie van Buitenlandse Zaken (nu de tijdelijke huisvesting van delen van het parlement), het Nationaal Archief en de Koninklijke Bibliotheek.
Ook bij de Utrechtsebaan (1976) worden kantoren gebouwd, zoals de PTT-toren, het Paleis van Justitie en het Koninklijk Conservatorium. Tot in 2013 had de wijk nog lege plekken door het bombardement en de daaropvolgende sloop van de oude bebouwing. Inmiddels worden deze plekken sinds 2015 opgevuld met kantoorgebouwen en woningen. In 2020 is gestart met de bouw van twee grote woontorens op de Grotiusplaats.
Mariahoeven en Marlot
Mariahoeve en Marlot zijn eigenlijk twee aparte wijken, maar worden als één wijk beschouwd. Tussen 1885 en 1907 hoorde het gebied voor een groot deel bij Wassenaar. Mariahoeve bestaat uit de buurten: Burgen en Horsten, Landen, Kampen en Marlot. Ten noorden van de Bezuidenhoutseweg liggen de woonwijk Marlot, het park Marlot, het landgoed Reigersbergen en het Huis ten Bosch.
Van buitenplaatsen en boerderijen naar planmatige stedenbouw
Vanaf de 17e eeuw werd in dit gebied een aantal buitenhuizen gebouwd, zoals ‘de Blauwe Kamer’ en ‘Reigersbergen’ (verwoest in 1943). Het voornaamste buiten is het Huis ten Bosch dat in twee fasen werd gebouwd (1645 en 1734-1737) door stadhouder Frederik Hendrik en zijn vrouw Amalia van Solms en door Willem IV. Langs de Bezuidenhoutseweg lagen vanaf Huis ten Bosch de boerderijen Mariëndaal, Veelust, Mariahoeve, Zuidwerf en Hofzicht.
Marlot
In 1917 kocht de gemeente Den Haag het landgoed Marlot. De architecten Co Brandes, W. Verschoor en J.J. Hellendoorn kregen de opdracht een schetsontwerp voor de bebouwing te maken. Uiteindelijk was het Co Brandes die het overgrote deel van de huizen vanaf 1923 ontwierp. Marlot is echter pas na de Tweede Wereldoorlog afgemaakt. Met name aan de Bezuidenhoutseweg is de bouw vrijwel geheel naoorlogs.
Mariahoeve
Mariahoeve is voor het grootste deel gebouwd tussen 1958 en 1970. Plannen voor deze wijk werden, onder andere door Dudok, al ver voor de Tweede Wereldoorlog gemaakt. Pas in 1957 werd het 'Uitbreidingsplan Mariahoeve' goedgekeurd. In 1966 werd station Mariahoeve geopend. Het station lag de eerste jaren nog in de weilanden. Sinds 1990 is het door bebouwing opgeslokt. Mariahoeve is in zes buurten verdeeld. Het is een groene, ruim opgezette wijk met een eenheid in bouwstijl. Mariahoeve is ontworpen door ingenieur Frits van der Sluijs (voormalig hoofd stedebouw gemeente Den Haag) en door het Rijk benoemd tot cultuurhistorisch waardevolle wijk.
Leuk artikel? Lees meer over onze serie over Haagse stadsdelen en wijken.