Warme broodjes van Hus
De uit Aarlanderveen afkomstige Bastiaan Hus startte in 1895 aan de Jacob Catsstraat een bakkerij. Hij kon toen nog niet bevroeden dat deze zou uitgroeien tot één van de meest vermaarde bakkerijen van Den Haag.
Meelfabriek “De Zeeuw”
De grote Hus-fabriek en de kantoren aan de Jacob Catsstraat weten vele Hagenaars zich nog te herinneren. De firma Hus vestigde zich in 1913 met meelfabriek “De Zeeuw” in de Laakhaven in de 3e van der Kunstraat. Deze Hus-meelfabriek werd direct aan de haven gebouwd, zodat het graan gemakkelijk vanaf de schepen in de silo’s kon worden gezogen.
De Zuid-Hollandsche Broodfabriek
In de jaren 1920 slokte Hus ook “De Zuid-Hollandsche Broodfabriek” aan de Waldorpstraat op. In die tijd één van de oudste fabriekspanden in het Laakhavengebied. Deze broodfabriek was voortgekomen uit het bakkersbedrijf G.H. Zaat. Het fabriekscomplex bestond uit een stoommachine, drie grote en drie kleine ovens, een koekbakkerij, een melkinrichting en een remise voor het wagenpark. In 1913 onderging dit complex een verbouwing die samenhing met de wisseling van eigenaar. De fabriek ging verder door het leven als “De Zuid-Hollandsche Broodfabriek”. Op de foto is deze broodfabriek rond 1935 te zien. De bak(kers)fietsen staan keurig voor de deur geparkeerd.
Overal in Den Haag te vinden
Bakkerij Hus had in de jaren ’30 de slogan: “HUS’ Zeeuws tarwebrood smaakt altijd!. De firma kocht het graan op de Zeeuwse eilanden, wat de naam van de fabriek verklaart. Hus was goed vertegenwoordigd in Den Haag. In veel wijken van Den Haag was een bakkerswinkel of een combinatie van een fabriek of bakkerij met winkel te vinden. Om er een paar te noemen: Keizerstraat te Scheveningen, Hendrik Zwaardecroonstraat in het Bezuidenhout, Sumatrastraat in de Archipel, Soestdijksekade in Rustenburg-Oostbroek, Waldeck Pyrmontkade in het Zeeheldenkwartier, Weimarstraat in Regentesse-Valkenbos, Obrechtstraat in Duinoord en Grote Marktstraat in het Centrum. Vanuit al deze punten werden de klanten in de stad bediend.
Brood bezorgd aan huis
In 1938 reden er dagelijks zo’n 300 Husbezorgers rond om aan huis brood en andere lekkernijen af te leveren. In het begin gingen de bezorgers met handkarren op pad en vanaf de jaren ’30 met bak(kers)fietsen. In de drukke wijken kreeg zo’n Husbezorger een hulpje mee. Een werkstudent of een bakkersknecht in opleiding. In de Wenckenbachstraat in het Laakkwartier moest altijd veel brood worden bezorgd. Of daar nu echt zoveel bestellingen waren bleef een beetje onduidelijk. Het verhaal wil dat bij de bezorging daar de bakkersknecht netjes moest wachten bij de bak(kers)fiets terwijl de broodbezorger het portiek op verdween om de bestelling af te leveren. Meestal duurde zo’n bezorging dan 15 minuten, waarna de broodbezorger breed lachend het portiek uitkwam. Wat zich daarboven precies had afgespeeld laat zich raden…..
Bloem werd voortaan ingekocht
Tot eind jaren ’60 deed Meelfabriek “De Zeeuw” in de Laakhaven nog dienst als bijfabriek voor de bevoorrading van de Rijswijkse Huswinkels en omdat het niet meer lonend was om zelf bloem te produceren, als krentenwasserij. Er was veel vraag naar krenten- en rozijnenbrood. Hus kocht zijn bloem voortaan bij Meneba in Rotterdam. De fabriek verhuisde in 1972 naar de Plaspoelpolder. De fabriek in de Laakhaven fungeerde zijn laatste jaren als magazijn voor verlichtingsspecialist firma De Borst. Ook geen onbekende in Den Haag.
Dit artikel is onderdeel van een reeks artikelen gepubliceerd in Den Haag Centraal, geschreven door (oud) medewerkers van het Haags Gemeentearchief.
Auteur: Nicolette Faber-Wittenberg