< Terug naar archievenoverzicht

Uw zoekacties: Gemeentelijke Dienst Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting '...
0487-01 Gemeentelijke Dienst Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting 's-Gravenhage
Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Instelling en opheffing van de Dienst
Archiefordening
Onderzoek in het archief
Overbrenging en openbaarheid
Inventaris
5. Aanvulling Grondbedrijf, kartering en gedeponeerde archieven, (1905) 1919-1949 (1954)
5.1. Inleiding
0487-01 Gemeentelijke Dienst Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting 's-Gravenhage
1. Inventaris
5. Aanvulling Grondbedrijf, kartering en gedeponeerde archieven, (1905) 1919-1949 (1954)
5.1.
Inleiding
Bij raadsbesluit werden vanaf 1909 de gemeentelijke tot bouwterrein bestemde gronden voortaan afzonderlijk beheerd onder de naam "grondbedrijf". Met ingang van 1919 werden alle tot exploitatie bestemde gronden hieronder begrepen.
De redenen voor de instelling van een grondbedrijf (let wel: een aparte administratie, geen instelling) waren de volgende: rond de eeuwwisseling groeide Den Haag explosief, de woningwet 1901 verplichtte tot het maken van uitbreidingsplannen en de grondspeculatie nam ernstige vormen aan. Min of meer automatisch en later zeer gericht, groeide het gemeentelijk grondbezit en pikte de gemeente een graantje mee van de toenemende waarde van de grond.
Tot 1909 kwamen rente en aflossing van gemeentelijke bouwgronden ten laste van de gewone gemeenterekening en de opbrengsten bij verkoop ten gunste van de buitengewone. Dit gaf een scheef beeld: immers, er werd geld betaald door de huidige generatie, waarvan de toekomstige door waardevermeerdering van de grond de vruchten zou plukken. De grondadministratie werd dan ook afgesplitst van de overige administratie van de gemeente.
Bij de in het grondbedrijf ingebrachte gronden werd de rente en aflossing op de boekwaarde bijgeschreven. Dit was mogelijk door de steeds toenemende waarde van de grond. Met ingang van 1919 werden reeds uitgegeven gronden afzonderlijk geadministreerd en daarop werd alleen nog de rente bijgeschreven. Uit de baten werd een fonds voor eventuele totale aflossing gevormd.
Om de bedrijfsresultaten beter tot uiting te laten komen werd in 1923 de kostprijsboekhouding ingevoerd. De gronden werden voortaan verdeeld in de catagoriën "gronden", "bouwterreinen" en "uitgegeven terreinen".
Voor de uitgifte van grond besloot de gemeenteraad in 1911 in principe tot het erfpachtsstelsel, waarbij uitgifte voor 75 jaar plaatsvond en na afloop van de termijn een vergoeding voor de opstallen uitgekeerd kon worden. Hiertoe werd in 1912 het gemeentelijk erfpachtsfonds ingesteld, dat gevoed werd door een gedeelte van de erfpachtsommen.
Het grondbedrijf werd in 1909 administratief ondergebracht bij Gemeentewerken en voor wat het financiële gedeelte betreft bij de secretarieafdeling Financiën. Per 1 januari 1916 deed Gemeentewerken de gehele administratie en per 1 juli 1918 werd dit overgenomen door de nieuwe Dienst voor de stadsontwikkeling en volkshuisvesting. Na de oorlog werd met ingang van 1 januari 1950 de zelfstandige Dienst voor het gemeentelijk grondbedrijf ingesteld, die op 1 januari 1964 fuseerde met de Gemeentelijke Woningdienst tot Gemeentelijke dienst voor de Volkshuisvesting.
Het grootste gedeelte van de in deze plaatsingslijst beschreven bescheiden werd in 1982 door de Dienst Volkshuisvesting naar het Gemeentearchief overgebracht. Enkele aanvullingen, voornamelijk niet grondzaken betreffende (zie achteraan plaatsingslijst) volgden tussen 1982 en 1988.
De stukken daterende van ná 1949 zijn in 1991 verplaatst naar het archief van de zelfstandige Dienst Grondbedrijf 1950-1963 (bnr. 0633-01). Hierbij bevindt zich ook de omvangrijke serie registers van te innen erfpachten vanaf 1912/1919, die doorloopt t/m 1963.
Raadpleeg de catalogus van de bibliotheek van het Gemeentearchief. Jaarverslagen van het Grondbedrijf zijn van 1913-1917 en 1950-1963 afzonderlijk verschenen en van 1918-1949 als onderdeel van het verslag van de Dienst S + V.

Ronald Grootveld, 1992.

Kenmerken

Datering:
(1884) 1918-1949 (1954)
Beschrijving:
Inventaris van het archief van de Gemeentelijke Dienst der Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting van 's-Gravenhage
Archiefinstelling:
Gemeente Den Haag
Omvang in m¹:
80,5
Auteur:
W. Boele (1987); R. Grootveld (1992)
Openbaarheid:
Beschrijvingen openbaar, stukken gedeeltelijk openbaar