De wethouder van Onderwijs en Kunstzaken nam op 12 oktober 1967 het initiatief tot het bijeenroepen van de Haagse kunstinstellingen teneinde de mogelijkheden te bespreken van gezamenlijke publiciteit ten behoeve van die instellingen. Zo ontstond de 'Stichting tot bevordering van cultuur in 's-Gravenhage en omgeving i.o.' Bij nader inzien is de stichting op 21 augustus 1968 opgericht als Stichting 'UIT de kunst'. Het secretariaat berustte bij de administrateur van de Dienst voor Schone Kunsten.

Op 24 februari 1969 besloot de Gemeenteraad (Bijlage nr. 67) over te gaan tot het verlenen van subsidie aan de stichting gedurende het jaar 1969 onder de voorwaarde dat bij de stichting een gemeentelijk gedelegeerde zal worden aangewezen *  . Burgemeester en wethouders wezen bij hun besluit d.d. 21 maart 1969 als zodanig aan een ambtenaar van de afdeling Financiën van de Secretarie.

Reeds op 7 april 1971 verscheen het concept van een brief van het stichtingsbestuur aan de wethouder van Onderwijs en Kunstzaken waarin is te lezen dat de stichting in haar huidige vorm geen haalbare resultaten zal kunnen boeken ten opzichte van haar doelstelling. De opheffingsvergadering van de stichting vond plaats op 9 september 1971. Een nadien ondernomen poging de stichting alsnog op de been te houden mislukte.

Nog in 1974 is gecorrespondeerd over de financiële afwikkeling van de stichting.

In het archief van het Nederlands Danstheater bevinden zich ook archiefbescheiden van de stichting *  .