Op aandringen van de toenmalige directrice van het Kinderziekenhuis werd op 13 januari 1892 opgericht de Vereniging tot versterking van reconvalescente behoeftige kinderen die uit het Kinderziekenhuis ontslagen waren. Op verzoek van de directie van het Stedelijk Ziekenhuis werd in mei 1899 ook versterkend voedsel verleend aan herstellende arme oud-patiëntjes van het Stedelijk Ziekenhuis. Men werd lid van de vereniging door jaarlijks minstens f 1- bij te dragen; begunstigers waren zij die f 100- ineens stortten. De werkende leden reikten in een daartoe aangewezen lokaal aan bedoelde kinderen op vertoon van hun kaarten enkele weken lang versterkend voedsel uit. Geld werd niet gegeven, noch aan de kinderen, noch aan hun ouders. Zolang de kinderen versterkend voedsel ontvingen, werden zij ook door tweetal leden van de vereniging thuis bezocht. Thuiszittende kinderen, die niet naar het lokaal konden komen, werden ook thuis opgezocht. Van deze huisbezoeken werden rapporten opgemaakt. In 1894 was de contributie verhoogd tot f 2,50 en moesten leden die een vergadering niet bijwoonden 25 cent boete betalen.

Ook de Vereniging ondervond de weerslag van de Eerste Wereldoorlog: voor de melk werden penningen uitgereikt en voor de eieren bonnen. Men overwoog een nieuw voedingsmiddel te geven: chocolade vermengd met suiker en melkpoeder. De leden van het Koningklijk Huis verleenden financiële steun. Met het eindigen van de oorlog waren de moeilijkheden niet voorbij. De tijden waren veranderd. Het aantal door de ziekenhuizen opgegeven kinderen nam gestadig af. Aan het kinderziekenhuis was nu een spijskokerij voor ontslagen patiëntjes verbonden. Op doktersattest verleende de gemeente hulp; andere verenigingen - zoals de Vereniging tot maatschappelijk werk in de ziekenhuizen - verschaften ook versterkend voedsel, zodat de vraag opkwam of de in 1892 opgerichte Vereniging nu nog wel in een behoefte voorzag. De contribuerende leden bezochten de algemene jaarlijkse vergaderingen ook niet meer. Op de vergadering van 6 februari 1920 werd besloten de Vereniging op te heffen. De overblijvende gelden werden volgens de statuten half om half verdeeld tussen het Kinderziekenhuis en het Stedelijk ziekenhuis: elk ontving f 1458,91. Het archief van de Vereniging werd aan de gemeente 's-Gravenhage geschonken.