< Terug naar archievenoverzicht

Uw zoekacties: Raadscommissie voor de Gemeentefinanciën Den Haag

0442-03 Raadscommissie voor de Gemeentefinanciën Den Haag

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Met de Verordening vaste Raadscommissies Verzameling 1883 no. 553 (raadsbesluit van 6 maart 1883; in werking getreden met ingang van 1 april 1883) werd de raadscommissie ter voorbereiding van Financiële Onderwerpen en de raadscommissie voor de Belastingen opgeheven en de raadscommissie voor de Gemeentefinanciën ingesteld. De werkkring van de raadscommissie voor de Gemeentefinanciën bestond uit: A. Het uitbrengen van advies aan de Raad en aan Burgemeester en Wethouders omtrent: 1 alle begrotingen en rekeningen, die de goedkeuring van de Raad behoeven, voorzover zij niet door deze in de afdelingen onderzocht worden; 2 het aangaan van geldleningen; 3 het tijdelijk beleggen van kasgelden, hetzij door het uitzetten op belening of prolongatie of wel op andere wijze; het opnemen van kasgelden; en het kopen of te gelde maken van inschrijvingen in een van de grootboeken van de nationale schuld; 4 het doen van af- en overschrijvingen op en het wijzigen van de gemeentebegroting; 5 al de verdere financiële onderwerpen waaromtrent de Raad of Burgemeester en Wethouders het onderzoek of de voorlichting van de commissie nodig achten; B. Het voordragen van: 1 de verordeningen, instructies en andere stukken, de belastingen of hiermede gelijk gestelde heffingen betreffende, waarvan het ontwerpen aan haar door de Raad of door Burgemeester en Wethouders verzocht is; 2 al zodanige ontwerpen tot afschaffing van bestaande of tot uitvoering van nieuwe belastingen en heffingen, of ook tot verbetering van de invordering, als haar nodig of wenselijk mochten voorkomen.
Met de nieuwe Verordening vaste Raadscommissies Verzameling 1911 no. 7 (raadsbesluit van 22 mei 1911; in werking getreden met ingang van 1 juli 1911, bijlage no. 955 van 1907) werd artikel B.2. gewijzigd in: Alle zodanige ontwerpen tot afschaffing of verandering van bestaande of tot invoering van nieuwe belastingen en heffingen of ook tot regeling of wijziging van de invordering, als haar nodig of wenselijk mocht voorkomen.
Met de wijziging van de Verordening vaste Raadscommissies Verzameling 1911 no. 7 (raadsbesluit van 15 april 1918, bijlage no. 482) werd artikel A.1. gewijzigd in: Alle begrotingen en rekeningen, die de goedkeuring van de Raad behoeven, voor zover zij niet door deze in de afdelingen of door een speciale commissie onderzocht worden.
Met de Verordening vaste Raadscommissie Verzameling 1926 no.10 (raadsbesluit van 16 augustus 1926; in werking getreden met ingang van 1 september 1926, bijlage no. 605) bestond de werkkring van de raadscommissie voor de Gemeentefinanciën uit:
A. Het uitbrengen van advies aan Burgemeester en Wethouders omtrent: 1 alle begrotingen en rekeningen, die de goedkeuring van de Raad behoeven, voor zover zij niet door deze in de afdelingen of door een speciale commissie onderzocht worden; 2 het aangaan van geldleningen; 3 het doen van af- en overschrijvingen op - en het wijzigen van de gemeentebegroting; 4 al de verdere financiële onderwerpen, waaromtrent de Raad of Burgemeester en Wethouders het onderzoek of de voorlichting der commissie nuttig achten; B. Het adviseren over: 1 de verordeningen, instructies en andere stukken, de belastingen of hiermede gelijkgestelde heffingen betreffende; 2 alle ontwerpen tot afschaffing of verandering van bestaande of tot invoering van nieuwe belastingen of heffingen of ook tot regeling of wijziging der invordering.
Op 18 januari 1954 besloot de gemeenteraad de Gemeentelijke Drukkerij, gerekend te zijn ingegaan per 1 januari 1953, aan te wijzen als afzonderlijke tak van dienst als bedoeld in art.252 van de gemeentewet. De wethouder van Financiën werd belast met de zaken van de drukkerij. Burgemeester en Wethouders achtten het niet nodig om een afzonderlijke vaste raadscommissie voor de Gemeentelijke Drukkerij in te stellen, daar het aantal te behandelen onderwerpen daarvoor te beperkt was, maar in de taakomschrijving van de raadscommissie voor de Gemeentefinanciën op te nemen. Tevens werd besloten om de verouderde taakomschrijving van deze commissie te veranderen.
Met de wijziging van de Verordening vaste Raadscommissies Verzameling 1926 no.10 (raadsbesluit van 6 december 1954, bijlage no. 725) werd de werkkring van de raadscommissie voor de Gemeentefinanciën als volgt herzien: A. Het uitbrengen van advies aan Burgemeester en Wethouders omtrent: 1 de begrotingen, welke door de Raad moeten worden vastgesteld, dan wel de goedkeuring van de Raad behoeven, alsmede over voorstellen tot wijzigingen van deze begrotingen; 2 het aangaan van geldleningen, het uitlenen van gelden en het waarborgen van de renten en aflossingen van geldleningen, door anderen aan te gaan; 3 de verordeningen betreffende het invoeren van, wijzigen of afschaffen van belastingen en heffingen; 4 de verordeningen betreffende het financieel beheer en de administratie van de gemeentefinanciën; 5 al de verdere onderwerpen, de financiën van de Gemeente rakende, waaromtrent de Raad of Burgemeester en Wethouders het onderzoek of de voorlichting der commissie nuttig achten; B. Het bijstaan van Burgemeester en Wethouders in hun beheer van de Gemeentelijke Drukkerij en van de ten behoeve van dit bedrijf gebezigde of te bezigen gebouwen en eigendommen.
Met de wijziging van de Verordening vaste Raadscommissies Verzameling 1926 no. 10 (raadsbesluit van 24 september 1962, bijlage no. 546) werd op grond van praktische overwegingen de raadscommissie voor Diensten en Bedrijven (E.Z.) ingesteld. Een van de taken van deze raadscommissie was het bijstaan van Burgemeester en Wethouders in hun beheer van de Gemeentelijke Drukkerij en de van die dienst gebezigde en te bezigen werken en gebouwen. Hierdoor kwam deze taak voor de raadscommissie voor de Gemeentefinanciën te vervallen. Met de nieuwe Verordening vaste Raadscommissie Verzameling 1967 no. 1 (raadsbesluit van 16 januari 1967; in werking getreden met ingang van 30 januari 1967, bijlage no. 607 van 1966) bestond de werkkring van de raadscommissie voor de Gemeentefinanciën uit het adviseren en bijstaan van Burgemeester en Wethouders ten aanzien van: - aangelegenheden betreffende de begrotingen en de rekeningen; - het financieel beheer en de administratie der gemeentefinanciën en de plaatselijke belastingen.
Met de wijziging van de Verordening vaste Raadscommissies Verzameling 1967 no. 1 (raadsbesluit van 14 september 1970, Bijl. no. 464) bestond de werkkring van raadscommissie voor de Gemeentefinanciën uit het adviseren en bijstaan van Burgemeester en Wethouders ten aanzien van aangelegenheden betreffende: - de begrotingen en de rekeningen; - het financieel beheer en de administratie van de gemeentefinanciën; - de plaatselijke belastingen; - de organisatie van en de efficiency bij het gemeentelijk apparaat en de automatisering.
In 1971 is het beginsel van openbaarheid van vergaderingen van vaste raadscommissies ingevoerd. (Verzameling 1971 no. 4, raadsbesluit van 22 maart 1971, bijlage no. 158). De vergaderingen van de raadscommissie voor de Gemeentefinanciën vielen evenwel buiten deze verordening. De vergaderingen van de raadscommissie bleven besloten, daar volgens Burgemeester en Wethouders de commissie overwegend zaken te behandelen had - waaronder vele die reeds in een of meer vakcommissies aan de orde waren geweest - waarvan de financiële aspecten met het oog op de zakelijke belangen van de gemeente of aan derden behandeling in openbaarheid niet gedoogden (raadsbesluit van 7 januari 1974, bijlage no. 509 van 1973).
Met de wijziging van de Verordening vaste Raadscommissies 1967 Verzameling no. 1 (raadsbesluit van 16 september 1974, bijlage no. 348) bestond de werkkring van de raadscommissie voor de Gemeentefinanciën uit het adviseren en bijstaan van Burgemeester en Wethouders ten aanzien van aangelegenheden betreffende: - de begrotingen en de rekeningen; - het financieel beleid en het beheer en de administratie der gemeentefinanciën; - de plaatselijke belastingen; - de organisatie van en de efficiency bij het gemeentelijk apparaat; - de automatisering; - de coördinatie van de planning en programmering op langere en middelbare termijn.
Met de wijziging van de Verordening vaste Raadscommissies Verzameling 1967 no. 1 (raadsbesluit van 13 september 1982, bijlage no. 434) bestond de werkkring van de raadscommissie voor de Gemeentefinanciën uit het adviseren en bijstaan van Burgemeester en Wethouders ten aanzien van aangelegenheden betreffende: - de begrotingen en de rekeningen; - het financieel beleid en het beheer en de administratie der gemeentefinanciën; - de plaatselijke belastingen; - de organisatie van en de efficiency bij het gemeentelijk apparaat; - het informatiebeleid; - de meerjarenbegroting en de beleidsanalyse.
Met de wijziging van de Verordening vaste Raadscommissies Verzameling 1967 no. 1 (raadsbesluit van 12 mei 1986, bijlage no. 197) bestond de werkkring van de raadscommissie voor de Gemeentefinanciën uit het adviseren en bijstaan van Burgemeester en Wethouders ten aanzien van aangelegenheden betreffende: - de begrotingen en de rekeningen; - het financieel beleid en het beheer en de administratie der gemeentefinanciën; - de plaatselijke belastingen; - het informatiebeleid; - de meerjarenbegroting en de beleidsanalyse.
Met de wijziging van de Verordening vaste Raadscommissies Verzameling 1967 no. 1 (raadsbesluit van 14 september 1989, bijlage no. 295) bestond de werkkring van de raadscommissie voor de Gemeentefinanciën uit het adviseren en bijstaan van Burgemeester en Wethouders ten aanzien van aangelegenheden betreffende: - de begrotingen en de rekeningen; - het financieel beleid en het beheer en de administratie der gemeentefinanciën; - de plaatselijke belastingen; - het informatiebeleid; - de meerjarenbegroting en de beleidsanalyse; - het beheer van de Dienst Geldzaken (met uitzondering van de Gemeentelijke Kredietbank) en de Gemeentelijke Accountantsdienst.
Met de wijziging van de Verordening vaste Raadscommissies Verzameling 1967 no. 1 (raadsbesluit van 3 mei 1990, bijlage no. 153) bestond de werkkring van de raadscommissie voor de Gemeentefinanciën uit het adviseren en bijstaan van Burgemeester en Wethouders ten aanzien van aangelegenheden betreffende: - de begrotingen en de rekeningen; - het financieel beleid en het beheer en de administratie der gemeentefinanciën; - de gemeentefinanciën; - de plaatselijke belastingen; - de meerjarenbegroting; - de beleidsanalyse.
Aanvulling

Kenmerken

Datering:
1883-1990
Beschrijving:
Inventaris van het archief van de Raadscommissie voor de Gemeentefinanciën van de gemeente Den Haag
Omvang in m¹:
12,63
Auteur:
R.A.M. Vernooij
Openbaarheid:
Geheel openbaar